Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
gaan beewegen
een beeweg volgen om
op bedevaart te gaan
Ze zijn gaan beewegen om te bidden voor een goede afloop.
Nakomeling/Familie zijn van
Lange Peter is nog bestaansel van die man waarvoor ze het standbeeld aan de kerk hebben gezet.
Mijn buurman is nog bestaansel van Napoleon… beweert hij zelf…
vorige
Afgeleid van het Franse “passé” en tevens met betrekking tot een periode of gebeurtenis die reeds voorbij is.
Wordt veelal gebruikt in combinatie met woorden als “week” “maand” of “jaar” of soms met een gebeurtenis.
Telkens weerkerende dingen waarbij passéde aangeeft dat het over de vorige keer gaat. In tegenstelling tot het bijwoord noste.
Passéde week zijn we gaan fietsen.
Passéde verkiezingen hebben ze gewonnen.
schiessig persoon
iemand die altijd onrustig of gejaagd is of tewerk gaat
Da’s toch ne schiessigaard, ja! Ik krijg er zenuwen van.
onrustig, gejaagd
Amai, je bent zo schiessig, te veel straffe koffie gedronken of zo? Of moet je dringend nog ergens zijn?
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
