Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Omgekeerd bestaat ook:
nen nadder werd nen adder (Latijn natrix) en nen naak werd nen aak (soort boot).
Nu ik er langer over nadenk, begin ik wel erg te twijfelen aan wat ik daarstraks zelf schreef; of ik nu “dat is/da’s ’t teken” dan wel “’t is ’t teken” zou zeggen.
En hoe langer ge daarover nadenkt, hoe minder ge nog weet wat ge spontaan zou zeggen :P
Ik zou zelf zeggen “Dat is het teken dat” (Dad is ’t teken da), maar dat is denk ik ABN.
‘t Is ’t teken heb ik denk ik nog niet veel gehoord, tenzij met ’t als enorme samentrekking/verkorting van ’dat’ misschien.
Ik las eerst : pit – stang. Dan pas zag ik dat het pits-tang was :P
’t Gaat echter ni over hetzelfste woord hier – een doeës (doos) is ook gekend in Antwerpen, als pejoratief woord voor vrouw.
(ook in Nederland trouwens)
Does met lange oe (niet de tweeklank oeë) is een ongerelateerd woord voor man, ook pejoratief :)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.