Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
(vaak ontrond tot “in”)
ui
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Modern lemma: ui ( …)
Middelnederlands uyen (uden, ugen). De aangetroffen spelling (1515) oyen is mogelijk te verklaren uit invloed van frans oignon. De etymologie is onzeker: ui is waarschijnlijk een reïnterpretatie, uit het als meervoud gevoelde uien, welke vorm óf is ontstaan uit ajuin , óf rechtstreeks uit lat. unio (zooals limburgs un)
zie ook reacties
Om uw eieren met Pasen schoon bruin te verven, moet ge schalen van unnen in het kookwater doen.
morsen zie brielen
vnw:
•morsen, knoeien
•verkwisten
west-vlaams mooschen
Vele oudjes moosen met hun eten.
(wanneer oudere mensen eten, morsen ze nogal veel)
Appel + perenstroop, Luikse siroop
zie ook: poepsiroop, proes
Mijn moeder eet elke morgen poepgelei op haar boterham.
“… het geheim van Jans ouderdom "gewoon doen, en een dagelijkse portie “poepgelei”." “Poepgelei”, oftewel “echte Luikse siroop” is een appel- en perensiroop die dient als beleg bij brood. De term “poepgelei” wordt vooral in de Antwerpse Kempen gebruikt." (deredactie.be)
Volgens zoon Frans is het geheim van Jans ouderdom "gewoon doen, en een dagelijkse portie “poepgelei”." “Poepgelei”, oftewel “echte Luikse siroop” is een appel- en perensiroop die dient als beleg bij brood.
kikker, puit
Die peuten maken zoveel lawaai dat ik niet kan slapen.
> andere betekenis van peut
(verouderd) boterham
Van Dale 2014 online: gewestelijk
etymologiebank:
Nhd. Kanten ‘homp brood, kapje’ gaat terug op de verouderde mnl. betekenis ‘stuk brood’, via Nederlandse kolonisten in Oost-Duitsland (12e eeuw)
Middelnederlandsch Woordenboek: Cant
Stuk, brok, homp, bete. Kiliaan kant broots, j. hompe, frustum praecidaneum; gall. chanteau; angl. cantell.
Schuermans : kant is een boterham;
ook in samenstellingen: kezekant, koolkant, spijzekant en kantzak, bedelzak, alsmede de uitdrukking ‘om kanten gaan’, bedelen
wnt: Kant
Mnl. Cant, wrs van het oudfrans: cant, can; nieuwfrans: champ
dat van Keltischen oorsprong is (?)
Wao hébs dich èn z’n botrammedaus zitten haajn? Ne sjroêpkant, ne keiskant en nen derm sesies!
(Wat heb jij in je boterhammendoos zitten vandaag? Een boterham met stroop, ene met kaas, en een eindje worst.)
Ich niks as ne botterkant.
(Ik enkel een met boter besmeerde snede broods.)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.