Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door Georges Grootjans

    korrewagen
    (de ~, (m.), ~s)

    kruiwagen, steekkar, kordewagen
    eenwielig voertuig met twee handboomen of tremen.

    uitspraak: keurrewage, kurrewage, keurrewogge
    eu wordt kort uitgesproken.

    wnt bij kordewagen: Middelnederlands (zuidelijk) cordewagen, (noordelijk) crodewagen.
    Kordewagen is ontstaan door metathesis uit krodewagen. —Krood is eene afleiding van den wortel van Kruien (kruiden)
    Volksetymologische vervormingen zijn kortewagen, kurtewagen en koordewagen. Het woord is al vanaf de 16de eeuw algemeen gebruikelijk, terwijl het thans tot het zuidwesten van het nederlandse taalgebied beperkt is.

    zie ook kortewagen, puppegalle, berrewet

    Klik op de afbeelding
    Kruiwagens door Hans Mes Stadskanaal
    Kruiwagens door Hans Mes.

    Zwiert dat afgereden ges maar in de keurrewage en smijt dat vanachter maar op de pierenput.

    Bonnaa, waa ze kappe en snaa en met de keurrewage raa. (Bonheiden, waar ze kappen en snijden en met de korrewagen rijden.)

    “En daar viel mijn oog wel op de kruiwagen, de korrewagen zoals wij zeggen.” (uit een blog)

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door Georges Grootjans op 30 Nov 2024 17:54
    0 reactie(s)

    windblaas
    (znw., de~, (m.), ~blazen)

    persoon die van alles en nog wat spuit zonder dat er iets van aan is; blaaskaak

    wnt: Windbuil, windmaker, snoever; zoowel in toep. op vr. als op m. pers. Gewest. in Z.-Ned. en Vl.-België.

    geloofde gy nog wa die windblaas a alma vertelt?!
    Gelooft gij nog wat die windblaas u allemaal vertelt?!

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 30 Nov 2024 17:53
    0 reactie(s)

    De Poesje
    (begrip en eigennaam)

    afkorting van “poesjenellentheater”, een Vlaams poppentheater in Antwerpen.
    Er zijn slechts enkele “Poesje”-theaters in Antwerpen, waarvan dat in de Repenstraat de poesjenellenkelder de bekendste is.

    wnt: poesje: Een slechts in Vl. België, en wel voornamelijk in Antwerpen gebezigde verkorting van Poesjenellenkelder, den naam van een zeer oud en primitief poppentheater aldaar.

    Klik op de afbeelding
    De Poesje theater in Antwerpen

    “De Poesje” (niet het) is geen handpoppen- maar een marionettentheater met stangenpoppen. (Wikipedia.be)

    De stukken van de Poesje-theaters worden enkel in het Antwerps dialect gespeeld, en hun hoofdpersonage is “De Neus” (een pop met een grote neus), en het andere benoemde personage is Jan zonder vrees, alle overige personages hebben bijnamen als Mie Vis, Jan Lawijt, Den Bronze (met rood haar) etc…

    Regio Antwerpen
    Bewerking door Georges Grootjans op 30 Nov 2024 17:53
    1 reactie(s)

    maquereau
    (zn. m. -s)

    pooier

    < Frans maquereau < van het Middelnederlands makelare: Koppelaar, bevorderaar van huwelijken, vooral van ongeoorloofde of oneerbare verbintenissen (wnt)

    De zogenaamde loverboys zijn in feite gewoonweg maquereaus.

    Regio Antwerpen
    Bewerking door Georges Grootjans op 30 Nov 2024 17:53
    0 reactie(s)

    verslikken
    (zw.ww., verslikte, verslikt )

    Verkeerd slikken waardoor voedsel, drank of speeksel in het verkeerde keelgat terecht komt, zodat men moet hoesten, als gevolg van rap en raweuns eten of drinken, of door te lachen.

    wnt: bedr., wederk. en onz. zw. (in Antw. ook st.) ww. Van slikken met ver-.
    ?b. Onzijdig. Na de 17de e. alleen nog in Vlaams-België aangetroffen.
    ’Tbedrogh is in het aes daer ’tVisken aen verslickt, Huygens, Ged. (1657).
    Hij verslikte aan een beetje brood, De Bo (1873).

    zie ook verslikken, zijn eigen ~, sloeken, geslokken, versjloeke

    Hij verslikte aan de opgewondene haast waarin hij opliep en ze gingen beiden geweldig aan ’t hoesten, Stijn Streuvels, Dagen (1902)

    De jongens verslikten van ’t lachen, Stijn Streuvels, Lenteleven (1899).

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 30 Nov 2024 17:52
    2 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.