Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
http://vandale.nl/opzoeken?pattern=vergroten&lang=nn
het verschil is dus dat het woord niet onovergankelijk kan zijn in Nederland?
Hmmm
In “gij se, onnozel wicht”, is de “se” daar niet eerder een zenne-se? Of bedoelt ge gewoon dat de n niet uitgesproken wordt als er een kleine stemrust is?
De verbuiging voor mannelijke woorden lijkt duidelijk op basis van ulle commentaren: Het is “se”, maar “sen” voor bdt, klinkers en h.
De verbuiging van vrouwelijk en onzijdig is ook geen probleem voor medeklinkers: altijd “se”
Het echte vraagstuk is dus wat ge in het vrouwelijk en onzijdig doet bij een klinkerbotsing, als ge ze wilt vermijden: laat ge de e weg of voegt ge een n toe?
Trouwens, kan het ook in het meervoud? “Gijle se dommeriken” ofzo
http://vls.wikipedia.org/wiki/Verschillen_Vlams,_Ollands_en_West-Vlams
GV is wel te verdedigen omdat het in drie van de vier gebieden (al ben ik niet zeker van Limburg) gebruikt wordt, maar we moeten er dan bij vermelden dat het in West-Vlaanderen “schof” heet (of “schuif” daar ingang vindt/heeft gevonden is wel een interessante vraag)
t(s)j of tch/tg
wordt het uitgesproken als tjoek-tjoek / tsjoek-tsjoek, of als tchoek-tchoek / tgoek-tgoek?
Als hij dialectklanken wou immiteren dan had hij waarschijnlijk “stoem”, “oabeien”, etc geschreven
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.