Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
zot, halve gare
Vgl. Wvl. waai, wiewaai
Dae Joep van ‘t Marie, da’s toch ’ne gewejde.
Die Joep van Marie dat is toch een halve gare.
glijden, slieren op het ijs
zie ook: sleren
Op ‘t rendje van ’t kendje, op die sjteine brök,
zote veer ’t zoomesj te genete van’t gelök.
Gòng ’t vreiere, ginge veer sjleiere, of veer sjaatsden_al,
alles op dae kleine wieër, de wieër van ozze wal.
Jo Erens: “Doe mien mupke”
NL: anorexia (voluit: anorexia nervosa)
De tegenhanger is ‘vreetzucht’ (boulimia) of ‘vetzucht’
Magerzucht is een van de belangrijkste doodsoorzaken bij Israelische jongeren. (deredactie.be)
zie ook nepeling
een bedrijf dat vluchten tegen lage prijzen aanbiedt
ongemarkeerd in VD2015 online, maar
google2015: .BE (>5.200) ; .NL (>2.200)
NL: lowbudgetmaatschappij, prijsvechter
Buitenlandse lagekostenmaatschappijen zijn door hun personeelsvoorwaarden oneerlijke concurrenten volgens Brussels Airlines. (Nieuws)
varken ook wel: vaerke
misschienj wel afkomstig van: ´cochon´ >fr
Veur hubbe ozze kuusj mer gesjlach.
Wij hebben ons varken maar geslacht.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.