Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
karrespoor
Foto genomen in Illinois rond 1903
< kar + lees = spoor
met tussenklank: karrelees/*karrenlees
Antwerpse Kempen: karslees, kaarlues
ook: wagenlees
diep karspoor
ook karslees
Hageland: karlees
Luipt nie deu die kaarlues, er is een kot in die bot.
karrespoor
< kar + lees = spoor
met tussenklank: karrelees/*karrenlees
Antwerpse Kempen: karslees, kaarlues
ook: wagenlees
de gleuven die in een aardeweg ontstonden door er met karren over te rijden (de karren hadden houten wielen met een ijzeren reep)
woordgeslacht niet duidelijk, helemaal in onbruik
uitspraak: /kaarsliejes – kerresliejes – kesliejes/
ook kaarlues
Hageland: karlees
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Kar(re)lees, karspoor, wielslag; vergelijk: nhd. karrengleis.
Kerrenleese, Plantijn (1573).
Karlees, Cornelissen-Vervliet.
— Een straat daar een leelijk vuil karlees was, Loquela (1891).
We reden altijd met de velo over een klein paadje, want de kerresliejese waren in de winter zo diep dat ge er niet door kondt.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.