Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Kinderen die op oudjaar, in de voormiddag, bij de buren gaan zingen om een snoepje of een cent, (een cent is in principe voor driekoningen).
wikipedia: Nieuwjaarszingen is een folkloristisch gebruik, dat vooral voorkomt in de Antwerpse Kempen en het Hageland.
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Nieuwjaarzingen, waarschijnlijk ontstaan uit te nieuwjaar zingen, langs de huizen gaan om voor een belooning een nieuwjaarslied te zingen; bij Cornelissen-Vervliet wordt gezegd, dat in Zuid-Nederland dit gebruik nog bestaat bij de dorpskinderen, en wel op oudejaarsdag.
syn. nieuwjaarkezoete zingen; oudjaar zingen
vergelijk koekenzingen
Nievejoarke zoete
ons varken hee vier voetee
vier voete en ien steirt
is da soems gien deutje weird
een deutje is in de provinvie Antwerpen een ‘duitje’, een oud muntstuk, dat in gebruik bleef tot begin 20ste eeu
een voorbeeld van een liedje voor nieuwjaarszingen:
Nieuwjaarke hottentot
ons vader heeft nen blottekop
Zeven jaar zonder haar,
Ik wens u een gelukkig nieuwjaar
karrespoor
Foto genomen in Illinois rond 1903
< kar + lees = spoor
met tussenklank: karrelees/*karrenlees
Antwerpse Kempen: karslees, kaarlues
ook: wagenlees
WNT, bij lees:
znw. vr., mv. leezen. Uit leeze, mnl. lese; ohd. -leisa, mhd. leis, nhd. g-leise.
Het woord is o.a. verwant met Leest en Leeren (I). Spoor, door wagens in een weg gemaakt, wagenspoor; in sommige oude woordenboeken ook vermeld in den zin van: vore. Thans nog gewestelijk, b.v. in Brabant en Noord-Holland, bekend.
Wat zijn de leezen diep in die rotte straat! Schuermans (1865-1870).
— Als tweede lid. Karrelees (Plantijn (1573): ”kerrenleese”)
wagenlees, mnl. wagenlese; reeds ohd. waganleisa (”Een wagenspore, ofte wagenleese”, Statenb.(ed. 1688).
Artikel gepubliceerd in 1913.
de gleuven die in een aardeweg ontstonden door er met karren over te rijden (de karren hadden houten wielen met een ijzeren reep)
klik op de afbeelding
Foto genomen in Zweden rond 1930
woordgeslacht niet duidelijk, helemaal in onbruik
uitspraak: /kaarsliejes – kerresliejes – kesliejes/
ook kaarlues
Hageland: karlees
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Kar(re)lees, karspoor, wielslag; vergelijk: nhd. karrengleis.
Kerrenleese, Plantijn (1573).
Karlees, Cornelissen-Vervliet.
— Een straat daar een leelijk vuil karlees was, Loquela (1891).
We reden altijd met de velo over een klein paadje, want de kerresliejese waren in de winter zo diep dat ge er niet door kondt.
karrespoor
Foto genomen in Illinois rond 1903
< kar + lees = spoor
met tussenklank: karrelees/*karrenlees
Antwerpse Kempen: karslees, kaarlues
ook: wagenlees
karrespoor
Foto genomen in Illinois rond 1903
< kar + lees = spoor
met tussenklank: karrelees/*karrenlees
Antwerpse Kempen: karslees, kaarlues
ook: wagenlees
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.