Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
de bloem gekend als duizendschoon (dianthus barbatus) en komt uit het geslacht van de anjers
< van (boe)keitje, boeket < Frans bouquet, bos bloemen
ook in de Kempen
Ik vond keikes als kind al mooi, dus nu heb ik er een heleboel uitgezaaid.
organist, orgelspeler, iemand die een orgel bespeelt
Bernard Carlier aan het groot orgel van de collegiale kerk Sainte-Waudru in Bergen (juni 2020)
znwb: Organist, inz. in toep. op iem. die op een kerkorgel speelt; – orgelspeler (op een modern hammondorgel e.d.). Ook orgeliste v., -s en -n.
Typisch Vlaams: Belgisch-Nederlandse Standaardtaal; Gangbaarheid: 4; Vlaamsheid: 7
De restauratie zelf duurde zo’n twee jaar. Orgelist Luc Ponnet is zeer tevreden dat het zover is. (vrt.be)
Het kan goedkoper, zei ik dan altijd, maar dan moet je bijbetalen voor de gitarist en de orgelist en de pianist en dat was ik telkens zelf. (demorgen.be)
Toenmalig directeur Lies Kerkhofs vond dat zonde en contacteerde Luc Ponet, een orgelist uit Tongeren met wereldfaam. (standaard.be)
1. losbol, lichtjes op zijn kop gevallen niet ernstig te nemen persoon
2. kwibus, kwiet, kwiebel, kwieten
soms ook bistenkwiebel
Woordenboek der Nederlandsche Taal (wnt): kwistenbijbel
Uit Westvlaams kwiste `ruzie’ en bijbel (?): (West-Vlaanderen) Ruziezoeker.
Van de Vyvere bekeek hem eens, als wou hij zeggen: ”Hela, kwistenbiebel, braaf zijn, hein! Of anders …” En De Jaegere was braaf, en bij de naamafroeping stemde hij, de eerste van de heele kamer: Jaaa! De West-Vlaming 6 Dec. 1930
1. Zie die kwistenbiebel daar nu eens bezig! Hij is bezig de straat proper te maken met handborstel en vuilblik.
2. Hela kwistenbiebel, ge houdt het schilderij op zijne kop!
1. losbol, lichtjes op zijn kop gevallen niet ernstig te nemen persoon
2. kwibus, kwiet, kwiebel, kwieten
soms ook bistenkwiebel
Woordenboek der Nederlandsche Taal (wnt): kwistenbijbel
Uit Westvlaams kwiste `ruzie’ en bijbel (?): (West-Vlaanderen) Ruziezoeker.
Van de Vyvere bekeek hem eens, als wou hij zeggen: ”Hela, kwistenbiebel, braaf zijn, hein! Of anders …” En De Jaegere was braaf, en bij de naamafroeping stemde hij, de eerste van de heele kamer: Jaaa! De West-Vlaming 6 Dec. 1930
1. Zie die kwistenbiebel daar nu eens bezig! Hij is bezig de straat proper te maken met handborstel en vuilblik.
2. Hela kwistenbiebel, ge houdt het schilderij op zijne kop!
jenever, graanjenever
variant (Antw.) genevel /zj.e-nee-v.el/
Onzen bompa had een fles kwak bij ons in de kelder staan. Iederen dag kwam hij langs om een vingerhoedje te pakken. ’s Zaterdags kreeg bomma een borrel om haar haar ermee in te smeren. Ik weet niet of die lotion goed was voor de haargroei, maar ze had niet veel meer.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.