Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
vergiet
< uitspraakvariant van zij
Ik heb boontjes gedopt en nu doe ik die in een zaj om onder de kraan af te spoelen.
spijbelen
ook vaste woordcombinatie: gaan fatsen
gwnt: Zuidn.
Van Dale:
fatsen
1701, vermoedelijk behorend bij vadsig
1. niet algemeen spijbelen
zie varianten bij haagschool houden
Als ge zo blijft fatsen haalt ge uw jaar nooit ni.
Als tiener heb ik samen met een klasgenoot een halve dag gespijbeld (gaan fatsen noemden wij dat).
Dat is toen niet in goede aarde gevallen, noch thuis, noch op school. (seniorennet.be)
We hebben veel te danken aan deze school!! … 100 dagen koorts op school…..niet simpel in coronatijden. … Of gaan fatsen e Ellen Cardon. (facebook)
1. losbol, lichtjes op zijn kop gevallen niet ernstig te nemen persoon
2. kwibus, kwiet, kwiebel, kwieten
soms ook bistenkwiebel
Woordenboek der Nederlandsche Taal (wnt): kwistenbijbel
Uit Westvlaams kwiste `ruzie’ en bijbel (?): (West-Vlaanderen) Ruziezoeker.
Van de Vyvere bekeek hem eens, als wou hij zeggen: ”Hela, kwistenbiebel, braaf zijn, hein! Of anders …” En De Jaegere was braaf, en bij de naamafroeping stemde hij, de eerste van de heele kamer: Jaaa! De West-Vlaming 6 Dec. 1930
1. Zie die kwistenbiebel daar nu eens bezig! Hij is bezig de straat proper te maken met handborstel en vuilblik.
2. Hela kwistenbiebel, ge houdt het schilderij op zijne kop!
huilen
Detail van de Kruisafneming van Rogier van der Weyden (1435)
< Middelnederlands ‘scremen’
Synoniemen
wenen, schreien, schreeuwen, schreemen
“Begind hier nie te skreêmn, da pakk’n zy hier nie. Z’hen ‘t hier nie’ vô jankers en zeker nie’ voôr iemand gelik gy.” (Hannelore Bedert – Ol de mens’n)
Men snikte en schreemde rond het lijk. Ik kan dat niet hooren zonder schreemen. Hij schreemde van spijt en berouw, (De Bo 1873)
kater
WNT: bij kater: mannetjeskat. Vergelijk gelijkbet. westvlaams katerol, katrol (Schuermans (1865-1870); De Bo (1873).
< katrol, katrouw kater (fransvlaams, westvlaams). Afleiding van kat met een morfeem dat ook aanwezig is in westvlaams mierol. mierul ‘mannelijke mier’ (en in westvlaams averulle ‘meikever’).
Antonius Angelus Weijnen, Etymologisch dialectwoordenboek (1996)
Het wordt lente en als ’t donker wordt, is die katrol altijd op pad.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.