Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
iemand die voor (zwaar) geld speelt
Antwerps dialect ‘teurser’
In de café’s van Antwerps schipperskwartier, vroeger aankondiging ‘Hier wordt niet geteurst’
> andere betekenis van tuiser
veehandelaar die meestal gespecialiseerd was in paarden, daarom zei men ook dikwijls “paardentuiser”.
Uitspraak: korte /ui/, er zijn nogal wat uitspraakvarianten
Ook als bijnamen: den tuis, die van den tuis,
Jef, de zoon van Sooi den tuis
In die familie was alleman bezig met beesten, de vader was nen tuiser en er waren ook twee nonkels die pegger waren en vooral in kalver deden.
> andere betekenis van tuiser
iemand die voor (zwaar) geld speelt
Antwerps dialect ‘teurser’
In de café’s van Antwerps schipperskwartier, vroeger aankondiging ‘Hier wordt niet geteurst’
casinobrood
Een lekkere croque-monsieur maakt ge met toastbrood, kaas en hesp.
casino
Een lekkere croque-monsieur maakt ge met toastbrood, kaas en hesp.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.