Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
fluweelachtig
zie ook pane
WNT: paan: paanachtig, fluweelig.
”De bladeren van eenige planten zijn zacht en paanachtig”, De Bo (1873).
stom geluk, bijzonder veel geluk hebben
wnt: Geluk hebben gelijk eene hoer (ook hoerengeluk hebben; vergelijk Hoogduits hurenglück haben). In Zuid-Nederland gezegd van iemand wien het onverdiend medeloopt.
anw: hoerenchance: (vooral) in België: buitengewoon veel geluk; heel veel geluk
Van Dale: hoerenchance
toegevoegd in oktober 2009
hoerensjans
herkomst: heeft waarschijnlijk niets te maken met hoeren, maar met het versterkend voorvoegsel oer- zoals in oersimpel, oerlelijk enz.
Het werd (misschien) hoerengeluk onder invloed van het Zwitsersduits Hurenglück. Daar is/was ‘huere’ ook een versterkend voorvoegsel.
ook hoerengeluk
vgl. boerenchance
Dat ge in de finale zijt geraakt is pure hoerenchance.
Uiteindelijk ben ik naar de huisarts gegaan en die heeft mij flink doen schrikken: “ge hebt hoerenchance gehad. Als die bal los op uw oog beland was, was je het kwijtgespeeld”. Maar ik heb dus blijkbaar een goede engelbewaarder en ik kom er vanaf met een gekneusd en licht ontstoken oog en een kleine … (uit een blog 05/12/2008)
gelukkig
zie ook gelukkiglijk
ook in prov. Antwerpen
Al mor chance dach menne paraplu bij had, het begon doa te reigele da ’t goot.
(Gelukkig dat ik mijn paraplu bij had, het begon daar te regenen dat het goot.)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
