Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    pootjesziekte
    (de ~, (vr.), geen mv.)

    Brabantse benaming voor mond-en-klauwzeer
    De eerste kenmerken van de aandoening zijn te herkennen aan de poten van het dier, vandaar de benaming de pootjesziekte.

    < bij dieren

    ook pootziekte

    uitspraak: poetjesziekte, peutjesziekte

    Van Dale 2018 online: pootziekte: ze­ke­re scha­pen­ziek­te: klauw­zeer

    wnt: Pootziekte, zekere schapenziekte, een soort van klauwzeer bij schapen of bij ander vee.

    “Ooit is er de ‘pootjesziekte’ (mond en klauwzeer) onder het vee geweest. Met ontsmettingen en schutkringen heeft men dat toen waarschijnlijk opgelost.” www.zevenneten.be/leesvoer/kdomein/kdomein.html

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 22 Jun 2025 22:53
    4 reactie(s)

    pootziekte
    (de~, v., geen mv.)

    mond- en klauwzeer bij alle dieren

    zie ook pootjesziekte

    uitspraak met scherplange o, dus afhankelijk van regio bv.: poewetziekte, poejtziekte, puëtziekte, pooëtziekte, …

    WNT: Pootzeer, Pootziekte, zekere schapenziekte, een soort van klauwzeer bij schapen of bij ander vee

    Van Dale 2018 online: ze­ke­re scha­pen­ziek­te: klauw­zeer

    De pootziekte, nog eene besmettelyke ziekte, die aen den hoorn van den voet komt, en welke men aen het manken van het dier erkent;… (handboek van de landbouwer)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 22 Jun 2025 22:52
    1 reactie(s)

    notarisziekte
    (de ~ (v.), ~s)

    jicht in de volksmond ook ’t pootje genoemd

    ook kozijntjes, beestjen

    > verzamellemma geneeskunde

    Jicht werd destijds (mogelijks nu nog) voornamelijk vastgesteld bij de heren die zeer bourgondisch leefden.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 22 Jun 2025 22:41
    0 reactie(s)

    kozijntjes
    (zn., dim, mv.)

    ontsteking op de knoezels, voetjicht

    Woordenboek der Nederlandsche Taal:
    3. In schertsende uitdrukkingen als de kozijntjes hebben, met de kozijntjes zitten of liggen, van de kozijns bezocht worden, lijden aan podagra (eigenlijk: stekend ongedierte hebben; vergelijk ‘familie hebben’ in denzelfden zin).
    “De heer Peelaert, zegt men, van de kozijntjes (voetjicht) gekwollen riep dikwijls uit: wat vervloekte pijn is dat!” De Bo (1873).

    Etymologisch Woordenboek, Vercoullie (1925): kozijns m. mv. (jicht), uit Frans cousin
    — mug, Middellatijn culicinum, Latijn culex; cf. synoniem de beestjes, wegens een gevoel als van muggesteken.

    zie ook: beestjen, notarisziekte, pootje,

    Hij heeft last van de kozijntjes en kan momenteel moeilijk het huis uit.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 22 Jun 2025 22:40
    5 reactie(s)

    broekkous
    (de ~ (v.), ~en )

    kousenbroek

    anw: broekkousen: (vooral) in België): onderkledingstuk uit één stuk dat bestaat uit kousen met daaraan vast een broekje en dat van een steviger stof is gemaakt dan een panty en vooral gedragen wordt om de benen warm te houden; maillot

    Aan den overkant van ’t straat loopt e klein meiske mè een purpere broekkous aan.

    Het ambetante aan broekkousen is dat ze altijd afzakken.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 22 Jun 2025 22:22
    2 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.