Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    peperkoek
    (de ~ (m.), ~en)

    SN-NL: ontbijtkoek

    Pain d'épice 2
    Snee perperkoek

    Woordenboek der Nederlandsche Taal:
    Peperkoek: Eene soort van koek, uit meel met honing, suiker of stroop gemengd gebakken, waardoor gestooten peper is gedaan; later werden ook andere kruidkoeken aldus genoemd en heet ook gewone zoetekoek soms peperkoek.

    vnw: ontbijtkoek, snijkoek

    Algemeen Nederlands Woordenboek: (vooral) in België

    zie ook: zoetekoek, kruidekoek, pennepisse, feeste, lekkerkoek, pomkoek, pondkoek, schijtkoek, peperkoekenhuisje
    Limburg: paeperkook

    Wilt ge een boterham met speculoos of met peperkoek?

    Maar de energie die dat levert in vergelijking met boterhammen met peperkoek of andere toestanden is enorm. (forum.mountainbike.be)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 12 Jun 2025 23:05
    1 reactie(s)

    bitskoemmer
    (de ~ (m.), -s)

    zwerver, haveloze, louche persoon

    < Engels: beachcomber = strandjutter
    < etymologie zie bitskommer

    Der stond nen bitskoemmer aan de Sarma, die zijn hand ophield. Ik heb dien bedelaar ne cent gegeven. Zijn oogskes lichtten op van contentement.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 12 Jun 2025 21:57
    3 reactie(s)

    kaake

    een kauw, de kleinste vogel uit de familie van de kraaiachtigen

    Dohle (Corvus monedula) d1
    Corvus monedula

    Een kaake is zelden alleen, zijn meestal met enkelen of in groep omdat ze zo schichtig zijn.

    Bij mijn vriendin thuis, huist er een nest kaakes boven in de ongebruikte schouw.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 12 Jun 2025 21:43
    1 reactie(s)

    poep
    (de ~ (v.), ~en)

    achterwerk, kont, zitvlak

    CSD 2006 Cologne hotpants cropped

    De gebruikelijke Nederlandse betekenis van uitwerpselen of stront wordt in Vlaanderen niet gebruikt. Uitzondering hierop is hondenpoep, hoewel de Vlaming eerder hondenstront zal verkiezen.

    < Volgens sommige etymologen zou poep komen van het Franse poupe: achtersteven van een schip, Latijn puppis

    vnw: •achterste, achterwerk, billen, bips
    -iemand op zijn poep geven: iemand een pak voor zijn billen geven

    DS2015 geen standaardtaal

    zie ook voorpoep; poepzitten; klets op de poep

    Zet u neer op uw poep.

    Als ge niet braaf zijt, krijgt ge een klets op uw poep.

    Dat student Lloyd aarzelend op haar poep had gemikt om de omvang van de blauwe plek te beperken, kon Joke geen barst schelen. (standaard.be)

    Houd uw poep lekker warm met ‘swants’ – De Standaard

    Op het eind ging De Bruyne, na een zoveelste ren, op de poep zitten. Krampen. Zich helemaal te pletter gelopen. (demorgen.be)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 12 Jun 2025 21:34
    7 reactie(s)

    buitenwipper
    (de ~ (m.), ~s )

    iemand die instaat voor de veiligheid in een café, club of disco, buitensmijter
    meestal zijn dat getrainde veiligheidsagenten
    in Nederland: uitsmijter

    Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands
    DS2015 standaardtaal

    vgl. buitenwippen

    Den buitenwipper greep hem bij zijn kraag en zette hem op de straat.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 12 Jun 2025 19:45
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.