Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    bijs
    (de ~ (m.), geen mv.)

    (koude) noorderwind

    Woordenboek der Nederlandsche Taal (wnt), bij bijze:
    BIJS, en gewestelijk BIEZE, BIES —, znw. vr. Middelnederlands bise.

    Frans bise

    In Bilzen zei men vroeger: “Thaajs ’t ès baajs!” (Thijs, ‘t is bijs), "’t ès Kêmpische wènd" of “Sjoeg, ’t ès kaad!” of ook: “Sjoeg sjoeg, Peiterke ploeg, lêpke lèèr, kaad wèèr!” (als het bijtend koud was, zei men: “‘t vries de steen aut d’iëd” (het vriest de stenen uit de grond).
    Met “’t ès ne pit kadder woëne” (het is een jas kouder geworden) bedoelde men dat men zonder overjas niet meer de deur uit kon.

    > andere betekenis van bijs

    Provincie Limburg
    Bewerking door de Bon op 05 Jun 2025 11:23
    0 reactie(s)

    baarvoets
    (bw.)

    barrevoets, blootsvoets

    Ivan Žabota - Deklica z vr?em
    Schilderij van Ivan Žabota

    Woordenboek der Nederlandsche Taal, bij baarvoets: Samenstellende afleiding van Baar, bloot, en Voet, met -s. Hetzelfde als Barrevoets.
    - Met, op bloote voeten; hoogduits barfusz. Thans verouderd.

    Varianten:
    Kempen: berrevoets, bervoets, beus

    Leiestreek: barvoets
    Limburg: berreves
    Scheldeland: berrevoesj

    Ga je zo naar het strand? Ik zou baarvoets gaan hoor, schoenen heb je daar niet nodig!

    Provincie Oost-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 05 Jun 2025 11:20
    3 reactie(s)

    bobijn
    (de ~ (v.), ~en)

    spoel voor garen, garenklos, spoelklos, klos

    Woordenboek der Nederlandsche Taal (wnt): Bobijn:
    - garenklosje, al of niet met garen omwonden. Thans alleen in Zuid-Nederland.
    < Het woord is vroeg ontleend aan Frans bobine ‘spoel’ (1544); het heeft de diftongering van – ? – naar – ij – meegemaakt. (M. Philippa e.a.)

    Van Dale online: Belgisch-Nederlands

    vnw: een bobijntje garen: een klosje garen

    Nähgarne 3
    Bobijnen van naaigaren

    Zet het bobijntje bovenop het naaimachien voor ge begint.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 05 Jun 2025 11:11
    9 reactie(s)

    bobijn
    (de ~ (v.), ~en)

    garenklosje voor kantwerk

    Woordenboek der Nederlandsche Taal (wnt): bobijn, babijne:
    Bij het speldewerken (kant maken). Dun staafje, aan het boveneinde en in het midden voorzien van schijfjes waartusschen het garen zit, en van onderen met een verlengstuk, uitloopende in een ovaal bolletje, door welks zwaarte het garen gespannen blijft. Alleen in sommige streken van West-Vlaanderen; elders in Zuid-Nederland blok, bout of klosje geheeten.

    De vingers van de kantwerkster laten de bobijntjes rap van links naar rechts glijden.

    > zie andere betekenis van bobijn

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 05 Jun 2025 11:01
    1 reactie(s)

    nijpen
    (ww. neep, heeft genepen)

    (verouderd in Nederland)
    knijpen, knellen

    West-Vlaanderen: niepen

    < Middelnederlands: nipen

    vnw:
    •knijpen
    •knellen, krap zitten van schoenen en kleren

    Woordenboek der Nederlandsche Taal (wnt): Nevenvorm van knijpen.
    Beide woorden waren oorspronkelijk synoniem, maar uiteindelijk ontstond een betekenisverschil tussen het concrete knijpen en het overdrachtelijke nijpen (waarvan de letterlijke betekenis wel bewaard bleef in de samenstelling nijptang).

    Van Dale 2016 online: nijpen, ver­ou­derd
    knij­pen, m.n. tus­sen vin­ger en duim: iem. in de arm nij­pen
    2. BE; niet al­ge­meen knel­len: die schoe­nen nij­pen

    DS2015 geen standaardtaal

    samenstellingen: toenijpen, dichtnijpen, platnijpen, afnijpen, overnijpen, uitnijpen, samennijpen, bijeennijpen

    zie ook schoentje, waar nijpt het ~

    Hij heeft mij zo genepen dat ik er een blauwe plek aan overhoud.

    Die schoenen zijn te klein, ze nijpen aan mijn tenen.

    Sinds Trump is de handdruk ook een deel van de internationale politiek: door zijn gast bij het schudden ongeveer plat te nijpen en tegen zijn veston te trekken probeerde de bejaarde zijn status te etaleren. Tot Macron hem door had en terug neep. (Mark Coenen – demorgen.be)

    Oppositie nijpt, maar nijpt niet door – De Standaard
    Het tekort aan klaslokalen nijpt al een hele tijd. (standaard.be)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 05 Jun 2025 10:17
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.