Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
PMD: letterwoord voor Plastieken flessen en flacons, Metalen verpakkingen en Drankkartons
zie ook blauwe zak; pmd-zak
Een relatief recent begrip bij het afvalsorteren (nieuw werkwoord)
Plastieken boterpotjes moogt ge niet bij de PMD steken, een lege bus dreft wel.
Nieuwe regeling: het PMD komen ze nog maar 1 keer in de maand ophalen.
Vanaf juli 2013 is het verplicht voor bedrijven om PMD te sorteren.
hark
< Middelnederlands: rive
zie ook: rijven, rakel, gritsel
Ik neem de rijf even om die bladeren op te ruimen.
isolatiemateriaal vervaardigd uit vulkanisch materiaal (basalt), meestal onder de vorm van bruingrijze oprolbare matten; materiaal kan ook gebruikt worden voor hydrocultuur van gewassen. Vergelijkbaar met het gele glaswol (vervaardigd uit glas)
< Engels: rockwool
niet in Van Dale 1995
Van Dale 2018 online: BE
Nederland: steenwol
In ’t groot verlof gaan ik eindelijk de zolder eens goed isoleren met rotswol. Dat is gemakkelijk aan te brengen tussen de balken van het dak.
geruit. Attributief: ‘gecarreautie’
< Canadees Frans: carreauté; Waarom Canadees? zie reactie
in prov. Antwerpen carreauwe; vb. een carreauwen hemd
Ohhe no Schotland gòët, ziet da uien rok goe gecarreaut è.
Als ge naar Schotland gaat, ziet dat uw rok goed geruit is.
WNT: KAROT
— in Vlaamsch-België ook KAROOT —, znw. vr. Ontleend aan frans carotte (eigenlijk wortel, peen), bij verkorting voor carotte de tabac, ”rouleau de feuilles de tabac” (Littré).
1. Eigenlijk. Een spilvormige rol gesponnen tabak, waarvan snuiftabak gemaakt wordt.
? — Zegsw. Iemand een karot trekken (bij Rutten (1890) ook: wisselen), hem foppen (Cornelissen-Vervliet).
2. Bij vergelijking. Een rolletje in papier gewikkelde geldstukken; een ”kardoes(je)”. In ’t Hageland (Rutten (1890)).
Van Dale 2018:
karot
1627 < Frans carotte (vgl. kroot)
1. rol gesponnen tabak waarvan snuif werd gemaakt (symbool: tabaksrol)
• uitdrukking; BE; niet algemeen iem. een karot trekken
iem. foppen, beetnemen
2. BE; niet algemeen rol gesausde pruimtabak
3. BE; niet algemeen in papier gewikkeld rolletje geldstukken (van dezelfde waarde)
Er zijn van die karottentrekkers die ge op hun eerste-communie-zieltje de absolutie zoudt geven.
Het moet u gegeven zijn, (een gave), om echt karotten te trekken, zoniet valt ge door de mand.
Breng van de bank eens vijf cartouchen (karotten) mee van 50 en 20 eurocent voor wisselgeld.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
