Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    karot
    (de ~ (v.), ~ten)

    WNT: KAROT
    — in Vlaamsch-België ook KAROOT —, znw. vr. Ontleend aan frans carotte (eigenlijk wortel, peen), bij verkorting voor carotte de tabac, ”rouleau de feuilles de tabac” (Littré).
    1. Eigenlijk. Een spilvormige rol gesponnen tabak, waarvan snuiftabak gemaakt wordt.
    ?— Zegsw. Iemand een karot trekken (bij Rutten (1890) ook: wisselen), hem foppen (Cornelissen-Vervliet).
    2. Bij vergelijking. Een rolletje in papier gewikkelde geldstukken; een ”kardoes(je)”. In ’t Hageland (Rutten (1890)).

    Van Dale 2018:
    ka­rot
    1627 < Frans ca­rot­te (vgl. kroot)
    1. rol ge­spon­nen ta­bak waar­van snuif werd ge­maakt (symbool: tabaksrol)
    • uitdrukking; BE; niet al­ge­meen iem. een ka­rot trek­ken
    iem. fop­pen, beet­ne­men
    2. BE; niet al­ge­meen rol ge­saus­de pruim­ta­bak
    3. BE; niet al­ge­meen in pa­pier ge­wik­keld rolletje geld­stuk­ken (van de­zelf­de waar­de)

    Er zijn van die karottentrekkers die ge op hun eerste-communie-zieltje de absolutie zoudt geven. Het moet u gegeven zijn, (een gave), om echt karotten te trekken, zoniet valt ge door de mand.

    Breng van de bank eens vijf cartouchen (karotten) mee van 50 en 20 eurocent voor wisselgeld.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 04 Jul 2018 18:03
    1 reactie(s)

    karot
    (de ~ (v.), ~ten)

    WNT: KAROT
    — in Vlaamsch-België ook KAROOT —, znw. vr. Ontleend aan fra. carotte (eigenlijk wortel, peen), bij verkorting voor carotte de tabac, ”rouleau de feuilles de tabac” (littré).
    1. Eigenlijk. Een spilvormige rol gesponnen tabak, waarvan snuiftabak gemaakt wordt.
    ?— Zegsw. Iemand een karot trekken (bij rutten 1890 ook: wisselen), hem foppen (corn.-vervl. 1627).
    2. Bij vergelijking. Een rolletje in papier gewikkelde geldstukken; een ”kardoes(je)”. In ’t Hageland (rutten 1890).

    Van Dale 2018:
    ka­rot
    1627 < Frans ca­rot­te (vgl. kroot)
    1. rol ge­spon­nen ta­bak waar­van snuif werd ge­maakt (symbool: tabaksrol)
    • uitdrukking; BE; niet al­ge­meen iem. een ka­rot trek­ken
    iem. fop­pen, beet­ne­men
    2. BE; niet al­ge­meen rol ge­saus­de pruim­ta­bak
    3. BE; niet al­ge­meen in pa­pier ge­wik­keld rolletje geld­stuk­ken (van de­zelf­de waar­de)

    Er zijn van die karottentrekkers die ge op hun eerste-communie-zieltje de absolutie zoudt geven. Het moet u gegeven zijn, (een gave), om echt karotten te trekken, zoniet valt ge door de mand.

    Breng van de bank eens vijf cartouchen (karotten) mee van 50 en 20 eurocent voor wisselgeld.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 04 Jul 2018 18:00
    1 reactie(s)

    karot
    (de ~ (v.), ~ten)

    Van Dale 2018:
    ka­rot
    1627 < Frans ca­rot­te (vgl. kroot)
    1. rol ge­spon­nen ta­bak waar­van snuif werd ge­maakt (symbool: tabaksrol)
    • uitdrukking; BE; niet al­ge­meen iem. een ka­rot trek­ken
    iem. fop­pen, beet­ne­men
    2. BE; niet al­ge­meen rol ge­saus­de pruim­ta­bak
    3. BE; niet al­ge­meen in pa­pier ge­wik­keld rolletje geld­stuk­ken (van de­zelf­de waar­de)

    WNT: in Vlaamsch-België ook KAROOT
    http://gtb.inl.nl/iWDB/search?actie=article&wdb=WNT&id=M030550&lemmodern=karot

    Er zijn van die karottentrekkers die ge op hun eerste-communie-zieltje de absolutie zoudt geven. Het moet u gegeven zijn, (een gave), om echt karotten te trekken, zoniet valt ge door de mand.

    Breng van de bank eens vijf cartouchen (karotten) mee van 50 en 20 eurocent voor wisselgeld.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 04 Jul 2018 17:53
    1 reactie(s)

    karot
    (de ~ (v.), ~ten)

    Van Dale 2018:
    ka­rot
    1627 < Frans ca­rot­te (vgl. kroot)
    1. rol ge­spon­nen ta­bak waar­van snuif werd ge­maakt (symbool: tabaksrol)

    uitdrukking; BE; niet al­ge­meen iem. een ka­rot trek­ken
    iem. fop­pen, beet­ne­men
    2. BE; niet al­ge­meen rol ge­saus­de pruim­ta­bak
    3. BE; niet al­ge­meen in pa­pier ge­wik­keld rolletje geld­stuk­ken (van de­zelf­de waar­de)

    WNT: in Vlaamsch-België ook KAROOT
    http://gtb.inl.nl/iWDB/search?actie=article&wdb=WNT&id=M030550&lemmodern=karot

    Er zijn van die karottentrekkers die ge op hun eerste-communie-zieltje de absolutie zoudt geven. Het moet u gegeven zijn, (een gave), om echt karotten te trekken, zoniet valt ge door de mand.

    Breng van de bank eens vijf cartouchen (karotten) mee van 50 en 20 eurocent voor wisselgeld.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 04 Jul 2018 17:51
    1 reactie(s)

    gecarreaut
    (bnw.)

    geruit. Attributief: ‘gecarreautie’

    < Canadees Frans: carreauté; Waarom Canadees? zie reactie

    in Antwerpen carreauwe; vb. een carreauwen hemd

    vgl. karoke, kareetne

    Ohhe no Schotland gòët, ziet da uien rok goe gecarreaut è.
    Als ge naar Schotland gaat, ziet dat uw rok goed geruit is.

    Provincie Oost-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 04 Jul 2018 16:31
    1 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.