Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
babbelen, roddelen
Woordenboek der Nederlandsche Taal (wnt): Wisselvorm naast Sammelen. Wauwelen, kletsen. Gewestelijk in Zuid-Nederland.
Ze hée’ meer as ‘en uur zitten semmelen over alle vodden. Da’ wijf kan iet doen van semmelen, Cornelissen-Vervliet (1899-1906)
Van Dale 2014 online: gewestelijk
Gij hebt geen goeie punten; gij semmelt te veel in de klas.
> zie andere betekenis van semmelen
-om van te verschieten, om van te schrikken, iets wat plotseling, maar niet blijvend, schrik teweegbrengt
-ook: vlug verschieten, gezegd van mensen of dieren
Woordenboek der Nederlandsche Taal (wnt): (Vl.-België). De neiging hebbend gauw te schrikken, ontsteld te raken, bang te zijn. Ook van paarden.
Van Dale: BE; spreektaal
zie ook verschietelijk
“Weet u niet wat verschietachtig is?. Stel, u fietst voorbij een geparkeerde auto en de deur van die auto gaat plots open en u kunt een aanrijding nog net vermijden. Wel, dat is nu verschietachtig.” (Drs. Johan Happolati, ‘Verschietachtig’ moet in de Dikke Van Dale)
Onze Jeroen is heel verschietachtig. Hij laat regelmatig iets vallen van ’t verschieten.
wreef = bovendeel van een voet
ook in de prov. Antw.
Woordenboek der Nederlandsche Taal (wnt), bij wrijf:
znw. m. Wreef van den voet, jongere vorm in de plaats gekomen van wrijch.
Kiliaan: wrijf des voets, suprema pars pedis. In Zuidnederland nog gewoon.
Er is een steen op zijne vrijf gevallen.
“Lederen lap in rijgschoenen, die de wrijf bedekt”, Cornelissen-Vervliet (1906).
later, straks
vnw:
•direct, onmiddellijk, meteen
•straks, zo dadelijk
Typisch Vlaams: Geen Algemeen Nederlands; Gangbaarheid: 4; Vlaamsheid: 6
uitspraak in Antwerpen: sèvves, seves
Kempen: sèwwes, seuwes > met korte eu
Woordenboek der Nederlandsche Taal (wnt): Thans alleen in Zuid-Nederland, vroeger ook in Holland.
“Kom, doe liever voort … ’t moet hier nog al verricht worden en seffens komen de gasten!” Stijn Streuvels, Minnehandel (1903).
Van Dale online: BE: spreektaal: dadelijk, aanstonds
Ik zal dat seffens wel even doen, als ik hier gedaan heb.
“De pendelbus heeft mij netjes afgezet voor de deur van het centrum en brengt mij seffens weer naar het centrum van de stad. " (vrt.be)
De Europese beleggers hebben blijkbaar een goed oog in de verklaring die FED-voorzitter Ben Bernanke seffens zal afleggen. (trends.knack.be)
‘Ik denk dat ze de boeren hier weg willen. Maar seffens heeft België niets meer van zijn eigen. Platteland is landbouw!’ (standaard.be)
1. onbestemde kleur
in de prov. Antwerpen was appelblauwzeegroen een ondefinieerbare kleur
2. nu ook: blauwgroen, turkoois (misschien heeft de volksetymologie aan appelblauwzeegroen een “echte” kleur willen geven?)
Woordenboek der Nederlandsche Taal (wnt), bij appel: appelblauw-zeegroen, schertsend gezegd als men de kleur van iets niet kan of wil noemen (De Bo (1873); Joos (1900-1904)).
1. Ze hebben die gevel in ’t appelblauwtzeegreung gezet
2. Haar nieuw rokske is appelblauwzeegroen.
2. Er zit een gat in de politieke markt, en dat gat kleurt appelblauwzeegroen (demorgen.be)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.