Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
een pilsbier waar cola aan toegevoegd is, uitgesproken als mazoetje.
mazout, mazoet, smoske
Wat drinkt ge? Een mazoutje? Hebt ge niet liever iets steviger?
Een lange houtboor om gaten in balken te boren. Het gerief bestond uit een rechte ijzeren boor die bovenaan een oog had, waardoor een houten handvat gestoken werd.
WNT:
Middelnederlands avegaar, eveger, egger, met afval der begin-n voor navegaar (zoals bij nadder < adder); Oudengels navegar; Middelhoogduits nabeger, nebeger; Hoogduits näber, neber; Engels auger.
- Eigenlijk een spiets, een spits werktuig om naven te boren, vervolgens groote boor. Kiliaan eggher, evegher (1588)
Als ze een balk staken boorden ze eerst een gat met een egger en sloegen er nadien een houten pin in.
Een lange houtboor om gaten in balken te boren. Het gerief bestond uit een rechte ijzeren boor die bovenaan een oog had, waardoor een houten handvat gestoken werd.
MNW:
Middelnederlands avegaar, eveger, egger, met afval der begin-n voor navegaar (zoals bij nadder < adder); Oudengels navegar; Middelhoogduits nabeger, nebeger; Hoogduits näber, neber.
- Eig. een spiets, een spits werktuig om naven te boren, vervolgens groote boor. Kiliaan eggher, evegher (1588)
Als ze een balk staken boorden ze eerst een gat met een egger en sloegen er nadien een houten pin in.
Een lange houtboor om gaten in balken te boren. Het gerief bestond uit een rechte ijzeren boor die bovenaan een oog had, waardoor een houten handvat gestoken werd.
MNW:
Mnl. avegaar, eveger, egger, met afval der begin-n voor navegaar, evenals eng. auger; oeng. navegar; ags. nafogêr; ohd. nabagêr, nabigêr; mhd. nabeger, nebeger; hd. näber, neber.
Eig. een spiets, een spits werktuig om naven te boren, vervolgens groote boor. Kil. eggher, evegher, terebra, terebellum
WNT:
Eene verbastering van Avegaar.
Eene soort van groote boor, avegaar. Gewestelijk nog in gebruik.
Als ze een balk staken boorden ze eerst een gat met een egger en sloegen er nadien een houten pin in.
Een lange houtboor om gaten in balken te boren. Het gerief bestond uit een rechte ijzeren boor die bovenaan een oog had, waardoor een houten handvat gestoken werd.
MNW:
Mnl. avegaar, eveger, egger, met afval der begin-n voor navegaar, evenals eng. auger; oeng. navegar; ags. nafogêr; ohd. nabagêr, nabigêr; mhd. nabeger, nebeger; hd. näber, neber.
Eig. een spiets, een spits werktuig om naven te boren, vervolgens groote boor. Kil. eggher, evegher, terebra, terebellum
WNT:
Eene verbastering van Avegaar.
Eene soort van groote boor, avegaar. Gewestelijk nog in gebruik.
Als ze een balk staken boorden ze eerst een gat met een egger en sloegen er nadien een houten pin in.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
