Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
aanhangwagen die met het voorste gedeelte op een camion rust
Van Dale 2014 online: (Belgisch-Nederlands), algemeen: oplegger
zie ook wegcode
Paul is tegen een geparkeerde opligger gereden en is licht gekwetst.
van het ene café naar het andere lopen, overal blijven plakken
ook de kapellekes doen
zie afdoen
Toen we jonge gasten waren, reden we al eens op beeweg naar Scherpenheuvel en onderwegen deden we alle kapellekes af.
de bedding waarin de tram rijdt
zie ook wegcode
depanne.be: Sinds vorige week worden belangrijke herstellingswerken uitgevoerd aan de trambedding van de Nieuwpoortlaan.
gva.be: De nieuwe groene trambedding op de Grotesteenweg in Oud-Berchem valt in de smaak, zowel bij De Lijn intern als bij reizigers,
achtereenvolgens bezoeken of aflopen, afgaan
zie: kant, de ~en afdoen,
de kapellekes afdoen
Toen we gingen trouwen moesten we de hele familie afdoen om ze uit te nodigen voor den trouw.
> andere betekenis van afdoen
afsnijden, afknippen, afscheren, plukken, afstoffen, (bomen) vellen
Van Dale 2015 online: BE spreektaal voor maaien
zie ook: gras afdoen, afrijden, eikelenboom, af, af zijn
Zijn vrouw herkende hem bijna niet meer toen hij zijnen baard had afgedaan.
Ik heb de laatste keer de haag nog eens afgedaan, de volgende keer zal in de volgende lente zijn.
Hij had heel het grasveld afgedaan met een duwerke. ’s Avonds was hij poempaf.
Eind september doen we altijd de peren af.
Morgen het stof afdoen en dan met nat opnemen; dan is het weeral proper in huis.
> andere betekenis van afdoen
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.