Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    opligger
    (zn. m. -s)

    aanhangwagen die met het voorste gedeelte op een camion rust

    Van Dale 2014 online: (Belgisch-Nederlands), algemeen: oplegger

    zie ook wegcode

    Artic.lorry.arp.750pix

    Paul is tegen een geparkeerde opligger gereden en is licht gekwetst.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 22 Jul 2021 17:11
    0 reactie(s)

    de kapellekes afdoen
    (uitdrukking)

    van het ene café naar het andere lopen, overal blijven plakken
    ook de kapellekes doen
    zie afdoen

    Toen we jonge gasten waren, reden we al eens op beeweg naar Scherpenheuvel en onderwegen deden we alle kapellekes af.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 22 Jul 2021 16:52
    0 reactie(s)

    trambedding
    (zn. v.; ~en)

    de bedding waarin de tram rijdt

    zie ook wegcode

    Kustlijn 03
    Trambedding van de Kusttram.

    depanne.be: Sinds vorige week worden belangrijke herstellingswerken uitgevoerd aan de trambedding van de Nieuwpoortlaan.

    gva.be: De nieuwe groene trambedding op de Grotesteenweg in Oud-Berchem valt in de smaak, zowel bij De Lijn intern als bij reizigers,

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 22 Jul 2021 16:44
    0 reactie(s)

    afdoen
    (deed af, afgedaan, st. ww.)

    achtereenvolgens bezoeken of aflopen, afgaan

    zie: kant, de ~en afdoen,
    de kapellekes afdoen

    Toen we gingen trouwen moesten we de hele familie afdoen om ze uit te nodigen voor den trouw.

    > andere betekenis van afdoen

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 22 Jul 2021 00:05
    0 reactie(s)

    afdoen
    (ww. deed af; afgedaan)

    afsnijden, afknippen, afscheren, plukken, afstoffen, (bomen) vellen

    Van Dale 2015 online: BE spreektaal voor maaien

    zie ook: gras afdoen, afrijden, eikelenboom, af, af zijn

    Zijn vrouw herkende hem bijna niet meer toen hij zijnen baard had afgedaan.

    Ik heb de laatste keer de haag nog eens afgedaan, de volgende keer zal in de volgende lente zijn.

    Hij had heel het grasveld afgedaan met een duwerke. ’s Avonds was hij poempaf.

    Eind september doen we altijd de peren af.

    Morgen het stof afdoen en dan met nat opnemen; dan is het weeral proper in huis.

    > andere betekenis van afdoen

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 22 Jul 2021 00:04
    1 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.