Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
distributiebedrijf, dealer
z. ook verdelen
Zelfstandig verdeler van kranten.
Exclusief invoerder en verdeler voor Nassin.
tekort, gebrek aan iets, te weinig van iets (meestal tijdelijk)
‘in verkort zitten (zijn) van iets’
‘bij verkort aan iets’
WNT: Verkort: tekort, gebrek. Inz. in verb. als in verkort van geld zijn of zitten e.d., “in geldnood zitten”. Alleen in vlaams-belgië.
— Het vlas krijgt in de root den zwarten bessem, bij verkort van (of aan) water, Joos (1900-1904)
zie ook in bekort zitten
De verbouwing ligt stil want ze zitten in verkort van geld.
De winkel kan het wisselstuk niet leveren want de verdeler zit zelf in verkort.
tekort hebben, gebrek hebben aan iets;
staat eventueel met het het voorzetsel “van”
Van Dale “niet algemeen”
zie ook verkort
We kunnen niet voortbouwen want we zitten in bekort van cement.
(verouderd) een stuk zeep
WNT: Klotzeep: zeep in klompjes (Cornelissen-Vervliet (1899))
Die klotzeep is bijna op, ge zou die eens moeten vervangen.
kluit, klomp, klont
stuk
MNW: clot: klot: In het Vlaams is het woord nog heden in gebruik in de beteekenissen klont, klomp of kluit aarde; turfkluit en brokken steenkolen (Schuermans).
Met zo’n slijkweer buiten in den hof gaan werken, dan hangen de klotten grond aan uw botten.
Een klotteke suiker in de koem soppen en dan afzabberen, zo leren de klein mannen koffie drinken.
Een klot goeiboter in de puree is niet slecht.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
