Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
een (hoge) dunk van zichzelf (gezegd van iemand die het hoog in de bol heeft), eigendunk
zie ook hoog, het ~ in hebben
Ik krijg er iets van: mensen die uit medelijden contact zoeken, mensen met een veel te goed gedacht van zichzelf.
vrijgezellenfeest, -party of -uitstap
ook ‘vrijgezellen’
(vnl. jongerentaal)
Ik moet mijn vriendin een kaartje sturen, want ik kan niet naar hare vrijgezelle gaan.
Met nog 99 dagen op de teller is mijn zus (mijn getuige) bezig met de voorbereidingen van mijne vrijgezelle!
“Mijn nicht is deze week getrouwd, en voor haar vrijgezellen zijn ze gaan paintballen (mijn nicht is een nogal avontuurlijk type), en ze hadden haar een flashygeel kuikenpak aangetrokken, om goed op te vallen.” (noxa.net)
vrijgezellenfeest, -party of -uitstap
(vnl. jongerentaal)
Ik moet mijn vriendin een kaartje sturen, want ik kan niet naar hare vrijgezelle gaan.
Met nog 99 dagen op de teller is mijn zus (mijn getuige) bezig met de voorbereidingen van mijne vrijgezelle!
kleren
in Herenthout, Herentals, Lier, Nijlen,…
zie ook: dinge
Van Dale: dingen, het; g.mv.
(gewestelijk) goed, m.n. wasgoed
Gaat rap e dingen aandoen (kleed u snel aan).
1. cichorei
2. koffieprut: zie ook koffiegruis, koffiedras, dras
1. Drink je zuivere koffie of voeg je er ‘prut’ bij?
2. Gooi die prut maar tussen de koolplanten en de arondskelken, dat maakt ze wat minder aantrekkelijk voor de slakken.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
