Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
iemand die weinig eet (meestal gezegd van kinderen)
zie kiemstaart, pitsen
Ons Jefke wilt niet eten, ’t is nen echte pitser, hij laat de helft op zijn telloor liggen.
weinig eten, hier en daar een beetje van het bord nemen
zie pitser
Van Dale 2014 online: gewestelijk
- Heeft de kleine goed geten?
- Nee, hij heeft wat gepitst aan de petatjes en de groentjes. Aan zijn vlees is em niet aangekomen.
prikken, tintelen, een pijnlijk gevoel geven door schuren of schaven
Van Dale 2014 online: Belgisch-Nederlands, niet algemeen
Mijn been pitst. Ik heb te lang in 1 bepaalde houding gezeten.
Het etiketje in mijn trui pitst in mijn nek.
knijpen met de nagels van duim- en wijsvinger
Hij heeft aan mijn haar getrokken en dan heb ik in zijn kaak gepitst.
knijpen, nijpen;
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, niet algemeen
in Antwerpen betekent pitsen: knijpen met de nagels van duim en wijsvinger
soms ook: ‘pietsen’
Maasland: pietsje
< Middelnederlands: ‘pitsen’. Verondersteld verwant met Italiaans ‘pizzare’ (steken), ‘pizzicare’ (knijpen), Frans ‘pincer’ (knijpen), etc…
Zit niet zo te pitsen aan uw puisten. Goooh man, dat kan soms deugd doen als die druk weg is…
Moet ik eens in uw vel pitsen?
Mijn vriendin pitste in mijn arm, toen de man pizzicato begon te spelen op zijn contrabas.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
