Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
nummerplaat van een auto
< Frans: plaque d’immatriculation
Ook in de Antw. Kempen
West-Vlaanderen: een plakke
Van Dale 2014 online: gewestelijk, plaat
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Plak: Iets dat in vorm op eene snede of schijf gelijkt.
In Vlaanderen (onz. gebruikt), eveneens naar het voorbeeld van frans plaque, voor: plaat van metaal of glas. Inzonderheid: Naamplaat, plaatje met den naam van een persoon, eene straat enz. Ook de genummerde plaat van een automobiel, een rijwiel enz.
De politie vroeg me of ik het plak van de wagen kende? (Leiestreek)
Ken je gie joen plak va joen otto? (Ken je de nummerplaat van jouw auto?) (Westhoek)
De plak van dien auto is zo smerig, als ze hem lezen, kunnen ze geen boete uitschrijven. (Antwerpse Kempen)
een veld, een uitgestrekte plaats, plek
Van Dale 2014 online: gewestelijk
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Plak: Eene zekere uitgestrektheid gronds enz.
Op de plak is plaats genoeg om te sjotten.
“Het schoolplak” was geen school. Het was gewoon de volkse benaming van het plein (“plak”) gelegen aan de Onderwijsstraat – Lange Stuivenbergstraat – Schoolstraat. (geschiedenisvanantwerpen.be/forum)
“Op die plak zaai ik koren”, Cornelissen-Vervliet (WNT)
(hard) werken
Van Dale:travakken
toegevoegd in 2007
BE; spreektaal hard werken
zie ook travo
Woordenboek der Nederlandsche Taal: trafakken, travakken:
Bargoense vervorming van frans travailler, hoofdzakelijk in Zuid-Nederland in gebruik, en aldaar ook in sommige dialecten opgenomen. Vergelijk voor den vorm dial. hd. trawaklen ”angestrengt arbeiten”.
Mendag is de vacance om en mutte we wee gaan travakke.
(Maandag is de vakantie voorbij en moeten we weer gaan werken.)
We moesten hard travakken om op tijd met het werk klaar te zijn.
pruttelen, mopperen
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Gewestelijk in Zuid-Nederland.
“As ge dieë’ jong iet gebiedt, hij semmelt altijd tegen” (Cornelissen-Vervliet)
Kom zoon, deze jeansbroek aandoen, die ander is in de was. Ge moet zo niet semmelen, ge doet die toch aan!
babbelen, roddelen
Van Dale 2014 online: gewestelijk
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Wisselvorm naast Sammelen. Wauwelen, kletsen. Gewestelijk in Zuid-Nederland.
Ze hée’ meer as ‘en uur zitten semmelen over alle vodden. Da’ wijf kan iet doen van semmelen, Cornelissen-Vervliet (1899)
Gij hebt geen goeie punten; gij semmelt te veel in de klas.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
