Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    plak
    (het ~, de~, (v.), ~ken/~s)

    nummerplaat van een auto

    < Frans: plaque d’immatriculation

    Ook in de Antw. Kempen
    West-Vlaanderen: een plakke

    Van Dale 2014 online: gewestelijk, plaat

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Plak: Iets dat in vorm op eene snede of schijf gelijkt.
    In Vlaanderen (onz. gebruikt), eveneens naar het voorbeeld van frans plaque, voor: plaat van metaal of glas. Inzonderheid: Naamplaat, plaatje met den naam van een persoon, eene straat enz. Ook de genummerde plaat van een automobiel, een rijwiel enz.

    Belgium licenseplate EU

    De politie vroeg me of ik het plak van de wagen kende? (Leiestreek)

    Ken je gie joen plak va joen otto? (Ken je de nummerplaat van jouw auto?) (Westhoek)

    De plak van dien auto is zo smerig, als ze hem lezen, kunnen ze geen boete uitschrijven. (Antwerpse Kempen)

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 22 Oct 2017 15:37
    4 reactie(s)

    plak
    (zn. vr. -ken)

    een veld, een uitgestrekte plaats, plek

    Van Dale 2014 online: gewestelijk
    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Plak: Eene zekere uitgestrektheid gronds enz.

    Op de plak is plaats genoeg om te sjotten.

    “Het schoolplak” was geen school. Het was gewoon de volkse benaming van het plein (“plak”) gelegen aan de Onderwijsstraat – Lange Stuivenbergstraat – Schoolstraat. (geschiedenisvanantwerpen.be/forum)

    “Op die plak zaai ik koren”, Cornelissen-Vervliet (WNT)

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 22 Oct 2017 15:35
    1 reactie(s)

    travakken
    (ww., travakte, getravakt)

    (hard) werken

    Van Dale:tra­vak­ken
    toegevoegd in 2007
    BE; spreek­taal hard wer­ken
    zie ook travo

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: trafakken, travakken:
    Bargoense vervorming van frans travailler, hoofdzakelijk in Zuid-Nederland in gebruik, en aldaar ook in sommige dialecten opgenomen. Vergelijk voor den vorm dial. hd. trawaklen ”angestrengt arbeiten”.

    Mendag is de vacance om en mutte we wee gaan travakke.
    (Maandag is de vakantie voorbij en moeten we weer gaan werken.)
    We moesten hard travakken om op tijd met het werk klaar te zijn.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 22 Oct 2017 15:33
    3 reactie(s)

    semmelen
    (ww., semmelde, gesemmeld)

    pruttelen, mopperen

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Gewestelijk in Zuid-Nederland.
    “As ge dieë’ jong iet gebiedt, hij semmelt altijd tegen” (Cornelissen-Vervliet)

    Kom zoon, deze jeansbroek aandoen, die ander is in de was. Ge moet zo niet semmelen, ge doet die toch aan!

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 22 Oct 2017 15:32
    0 reactie(s)

    semmelen
    (ww. semmelde, gesemmeld)

    babbelen, roddelen

    Van Dale 2014 online: gewestelijk

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Wisselvorm naast Sammelen. Wauwelen, kletsen. Gewestelijk in Zuid-Nederland.
    Ze hée’ meer as ‘en uur zitten semmelen over alle vodden. Da’ wijf kan iet doen van semmelen, Cornelissen-Vervliet (1899)

    Gij hebt geen goeie punten; gij semmelt te veel in de klas.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 22 Oct 2017 15:23
    4 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.