Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
een uitgebreid gesprek voeren, de tijd verbabbelen, kletsen
etymologie: zie lameer
Twee vrouwen bijeen: die kunnen nogal een stukske lameren hoor.
Ge staat er al een 1/2 uur te lameren met uw collega en uw werk blijft liggen. Probeer u te concentreren en doe voort met uw taak.
een vrouw die veel kletst, vaak pejoratief in de zin van kwaadsprekend
WNT: lameer
In Zuid-Nederland een naam voor eene vrouw die haar tijd met babbelen verbeuzelt. Mag men er het frans la mère als benaming voor een vrouwtje uit de volksklasse in zien?
Afl. Het kan zijn dat het reeds door Kiliaan (1588) vermelde werkwoord lameren, den tijd met babbelen verdoen, eene afleiding is van het znw., maar ook het omgekeerde kan het geval wezen. Van het werkwoord bestaan de afleidingen gelameer, lameerderij.
Van Dale 2013 online: gewestelijk
ook in de Kempen
Wat een lameer is die Marie, ze staat de hele morgen te lameren met Jeannine…
voorloper van de Nationale Loterij
“In 1934 zag de Koloniale Loterij als voorloper van de Nationale Loterij het levenslicht. De loterij was een typisch Belgische oplossing voor een typisch Belgisch probleem: een begroting met tekorten. " (http://www.nooitmeerdezelfde.be/de-eerste-lotto/)
voluit: Nationale Loterij van België
dagelijks taalgebruik, veralgemenend: “de lotto”
De grootste organisator van loterijen in België, organiseert vijf trekkingsspelen , waaronder de lotto, en een twintigtal krasspelen.
NL: de Staatsloterij
De Loterij werd in 1934 opgericht als de Koloniale Loterij om geld in te zamelen voor het noodlijdende Belgisch-Congo. Op 18 oktober 1934 vond de eerste trekking plaats. Later werden ook andere doelen gevonden en sinds 1962 heet de loterij de “Nationale Loterij”. (Wikipedia)
“Zou jij nog werken als je de lotto won?” (Jobat)
dood, overleden
Hij was lang ziek en nu is hij kevendroager.
Mor oep ne goeie kiêr liep da spelleke uit de haend
en is ne wijventoekker neffe ‘t lake trug gelaend
diê vent was kevendrager en den hartog zee: "Pas oep
Oepsinjorreke blefd bestaan mor vanaf nae gebrökt’ een poep!" (Katastroof: opsinjoorke)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
