Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
zwerver, haveloze, bedelaar
< Engels: beachcomber = strandjutter
< etymologie zie bitskommer]
uitspraak in Antwerpen: klik hier
Der stond nen bitskoemmer aan de Sarma, die zijn hand ophield. Ik heb dien bedelaar ne cent gegeven. Zijn oogskes lichtten op van contentement.
bedwants, wandluis, weegluis
uitdr.: zo fier als een weekluis
WNT: Modern lemma: weegluis
— WEEKLUIS — Uit weeg (wand) en luis. Mnl. weechluus. De vorm weekluis wordt na de 17de e. alleen nog gewestelijk in Vl.-België (O.-Vl., Antw., De Kempen, Land van Waas) en Zeel aangetroffen.
Der zate weekluizen in de muren.
Komt voor in een liedje dat werd gezongen tussen pot en pint:
“De ruiten bevroren
de pispot in huis
en op de gordijnen
een grote weekluis”
zaak, business, affaire
WNT: Commerce, …, handel, koophandel, Van Dale (1872).
Hij heeft een commerce in oud ijzer.
1) iemand die ergens lang blijft zitten
2) plaatje e.d. om op te plakken of iets mee te bevestigen, sticker
1) "Een echte ‘plakker’? Er is nog de mogelijkheid om tot 1 uur terug naar huis te geraken met het nachtnet. " (http://www.gentsmaakt.be/openbaar-vervoer/)
2) Er kleeft een plakker van Radio 2 op mijn auto.
zegening van de zee tijdens een plechtigheid op het strand
Klik op de afbeelding
![]()
Zeewijding in Oostende in 1912
De jaarlijkse zeewijding in Blankenberge trekt altijd veel volk.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
