Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
het hukken, hurkstand
een stand waarbij men in gehukte houding staat of zit
zie ook hukken, op zijn ~ zitten, hukken, door zijn ~ gaan
We gaan een paar schetsen maken van een model dat in hukstand staat.
Gewichtheffers zetten hun lichaam in hukstand wanneer ze de barre met gewichten opheffen tot borsthoogte alvorens recht te komen.
Een mooie oefening voor de kromming van je rug: vanuit hukstand gehukt rugwaarts afrollen tot ruglig, schommelen en terug rechtkomen tot hukstand.
er goed uit zien, een beetje rond, dik
< de das is ook een dik, plomp dier
’t Was lang geleden dat ik hem nog gezien had. Hij zat goed in zijn das; de knopen van zijn jas kreeg hij niet meer dicht!
zijn eigen laten schuren, zijn eigen in de luren laten leggen
zie ook jossen, gejost zijn, gejost hebben
Die verhuurders hebben hun eigen serieus laten jossen door de huurster. Ze heeft nooit betaald en nu is ze met de noorderzon vertrokken.
gat, opening
ook in de provincie Antwerpen
diminutief: kotteke ipv kotje
Kempen: mv = kotters
VD2014 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal
WNT: kot: Opening, gat, holte. In brabantse dialecten
Van onbekenden oorsprong.
- Ik word doornat, er zijn een heel deel kotter in ‘t dak, schuermans, 1883
- kökke (gaatje) in de vinger, tuerl.
- E kot in de’ muur kappen, cornelissen-vervliet
- Er zijn kotten in oe’ kous, Ald.
Als kind ben ik, toen ik over zo’n laag haagje sprong, uitgegleden en een kot in m’n knie gevallen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.