Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
met plaaster bekleden, met kalk of gips aanbrengen
SN: stukadoren
zie ook beplaasteren, plaasterkalk, plaasterkalkpap
vgl plakplaaster
VD2014 online: Belgisch-Nederlands, niet algemeen
Mijn schoonbroer is de muren in zijne gang aan ’t plaasteren.
dichtsnokken, in een trek toe trekken of sluiten
WNT: in een deel van Zuid-Nederland
Snokt die zak maar toe met die koord, dat kan geen kwaad.
Snok en de deur is toe.
Ge snokt de tiret van uwe frak zo toe, moet gij dringend weg dan?
extreem mager, uitgemergeld iemand
De Michel is zo mager geworden, die komt precies van Biafra.
extreem mager, uitgemergeld iemand
zie ook biafraan
De Michel is zo mager geworden, die komt precies van Biafra.
flauwvallen, bewusteloos, in zwijm vallen, van zijne center vallen
zie ook klot, van zijne ~ vallen, , vallen, van zijnzelve ~, sus, van zijne ~ draaien, sus, van zijne ~ vallen
WNT: van zijn stek vallen.
In de oorspronkelijke, reeds in het mnl. bekende en nog thans in Z.-Nederl. gewone bet. Stok of stokje. In zeer verschillende opvattingen.
Van zijne(n) stek zijn, van zijne(n) stek geraken, niet in zijnen gewonen toestand zijn, onpasselijk worden, corn.-vervl.
’s Morgens moet ge goed eten, anders kunt ge van uwe stek vallen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.