Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
klein ding maar vooral ook klein persoon, meestal voorafgegeaan door het volstrekt tautologische en dus overbodige kleeën (Brugs voor klein)
vergelijk pernukkel en pernut
Zie da kleeën kornut do spelen ip den touter. Zie die kleine daar spelen op de schommel.
Toen ik jong was knipte mijn moeder mijn nagels terwijl ze een rijmpje opzei, misschien moet ik van alle vingers eens een lemma maken :
Duumelot ét een zwientjie gekocht
Lekkepoat ét nor ’uus mee gebrocht
Lange Rape ét doad gedoan
Kortne Knape ét in stikstjies gedoan
En kleeën kornut ét ollemolle opgegeten
Duimelot heeft een zwijntje gekocht
Likpoot heeft het naar huis gebracht
Lange raap heeft het geslacht
Korte Knaap deed het in stukjes
En kleine kornuit(?) heeft het allemaal opgegeten
persoon die grappig kan vertellen
die mensen doet lachen om eenvoudige dingen
Die broer van ons ma is toch een koddigaard, gisteren deed hij een paar B V’s na, we hebben weer eens goed gelachen.
“den arme” was een volkse – en vrij misprijzende – benaming voor steun van de overheid aan arme mensen, voorloper van het huidige OCMW
uitspraak in de Kempen: “den eireme” met lange ei en twee doffe e’s.
Zijn familie schaamde zich omdat hij moest begraven worden van den arme.
schuim(pje), meringue
uitspraak: schuum van scheten
bie de bakkere è je den dag van vandage schuum van scheten ter grootte van je vuuste.
in de steek laten, er vanonder muizen
Brugge: amplang en an plang
< Frans: laisser en plan
We hadden er weer niet op moeten rekenen dat ge ons zoudt komen helpen, zekerst? Ge hebt ons weer schoon in plan gelaten, karottentrekker!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.