Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
heftig tekeergaan
ook specifiek i.v.m. het weer: zie lelijk doen
Amai, ’t doet weer lelijk bij de buren. Hoort die toch eens ambras maken…
Amai ’t heeft weer lelijk gedaan vandenacht: Heel den tijd maar hoesten en bassen. Ik dacht dat hij erin ging blijven.
lijk, stoffelijk overschot, en ook de uitwasemingen of de geur daarvan
Eertijds werden lijkbidders reeuwers genoemd, die de dode op een reeuwlaken legden en het lijk reeuwden, id est prepareerden.
Zie ook: reeuwstro
WNT: Reeuw geldt veelal als de schrijftaalvorm, ook daar waar ree gesproken wordt (verg. bij TEIRL.). Thans als simplex alleen nog in Vlaanderen en Brab.
Julie, zet e bitsje de kamerdeure open van de vouwte, opdat de reeuw zou weggaan, Aant. v. GEZELLE (Pittem, ± 1880).
Reeuw …; Cadaver, O. Volkst. 3, 27 a (W.-Vl., 1890)
In tijden van epidemieën werd somtijds reeuwroof gepleegd.
inpakken
Bijna letterlijk uit het Frans (emballer) overgenomen, en ook zo uitgesproken.
zie ook ambeleuzegoed
Breekbare voorwerpen moeten vóór transport zorgvuldig geëmballeerd worden.
Voor export over zee moet de emballage zeewaardig verpakt worden.
eivol; barstensvol; in massale hoeveelheid
< gruisdik
zie ook grusdikke
Rond de pot confituur zat het greusdikke van de vliegen.
veel mensen, dieren zeer dicht opeen zoals zandkorrels of gruis
< gruisdik
zie ook greusdikke
Bij de troonsopvolging stonden de mensen grusdikte, en blazen dat ze deden in die warmte.
Op het strand lagen de schelpen grusdikke en van alle soorten, we hadden dit nog nooit gezien.
Een grusdikke spreeuwenbende landde zopas al tetterend en klapwiekend in de populieren.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.