Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    pandoering
    (de ~ (v.), ~en)

    pak rammel, een roefeling

    West-Vlaanderen: pandoeringe

    Als ge zo verder doet kunt ge een pandoering krijgen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 05 Jan 2013 13:58
    0 reactie(s)

    ruising
    (zn. v. -en)

    pak slagen, pandoering, roefeling

    uitspraak: rössing

    < reussen

    Gij zukt percies ruzie he. Wulde een reussing misschien? Gaat dan maar al liggen schreeuwen in de goot!

    Regio Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 05 Jan 2013 13:51
    0 reactie(s)

    vriedesmiddes
    (bw)

    vrijdagmiddag

    < vrijdagsmiddags

    zie ook ’s vrijdags

    Vriedesmiddes zitte veer gaer mit get vrunj in de café.
    Vrijdagmiddag zitten we graag met wat vrienden in het café.

    Regio Maasland
    Bewerking door de Bon op 05 Jan 2013 12:52
    0 reactie(s)

    goensdig
    (de ~ (m.), -e)

    woensdag

    Voor de goede orde: de andere dagen van de week zijn “moendig, diënsdig, donnerdig, vrijdig, zotterdig en zondig”; de genitiefvormen hierbij: “smoendes, stiënsdes (stiënzes), sgoensdes (sgoenzes), stonner(d)es, svrijdes, sotter(d)es, sondes” (´s maandags, ´s dinsdags, ´s woensdags, ´s donderdags, ’s vrijdags, ´s zaterdags, ´s zondags)

    Antw. Kempen: gunstdag
    Vlaams Brabant: ghoenschtag

    Kimste de goensdig? Nèè, ich kan sgoensdes ni. (Kom je woensdag? Nee, ik kan ´s woensdags niet)
    Alle goensdige ès ´t (destijds: ees) vergaodering. (Alle woensdagen is er vergadering)
    Goensdigoëved gèève ze dèk voê(t)bal op télevieze. (Woensdagavond is er vaak voetbal op tv)

    Regio Haspengouw
    Bewerking door de Bon op 05 Jan 2013 12:50
    0 reactie(s)

    goensdig
    (de ~ (m.), -e)

    woensdag

    Voor de goede orde: de andere dagen van de week zijn “moendig, diënsdig, donnerdig, vrijdig, zotterdig en zondig”; de genitiefvormen hierbij: “smoendes, stiënsdes (stiënzes), sgoensdes (sgoenzes), stonner(d)es, svrijdes, sotter(d)es, sondes” (´s maandags, ´s dinsdags, ´s woensdags, ´s donderdags, ´s vrijdags, ´s zaterdags, ´s zondags)

    Antw. Kempen: gunstdag
    Vlaams Brabant: ghoenschtag

    Kimste de goensdig? Nèè, ich kan sgoensdes ni. (Kom je woensdag? Nee, ik kan ´s woensdags niet)
    Alle goensdige ès ´t (destijds: ees) vergaodering. (Alle woensdagen is er vergadering)
    Goensdigoëved gèève ze dèk voê(t)bal op télevieze. (Woensdagavond is er vaak voetbal op tv)

    Regio Haspengouw
    Bewerking door de Bon op 05 Jan 2013 12:48
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.