Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
iemand die astrant is, brutaal, zonder schroom, vrijpostig
Seg astranterik, gij gaat die kamer zomaar binnen zonder te kloppen.
Mijn vriendin kan soms den astranterik uithangen, zeker als ze een paar glazen wijn uit heeft.
struik
zie horst
De huisten groeien hard nu, eerst goe wa zon en nu goe wa regen.
Dien huist in de voorhof mag weeral bij geknipt worden, straks is em verwilderd.
Struik, groep bladeren, stengels of takken, die aan de grond uit dezelfde wortel of stam spruiten
uitspr. /huist/ of /huirst/
< (1340 ‘kreupelhout, bosje’) ~ hor, horde (vlechtwerk) Van Dale
De vogel zit in de huist.
poezenmoeder; een poes die haar katjes nog zoogt
In Antwerpen is poezemin ook een koosnaam voor een kat, een vrouw en een meisje.
Ons poes heeft 5 kittens gekregen, waarvan 2 doodgeboren. De poezenmin zorgt nu goed voor de andere 3.
kindertaal en koosnaam voor een kat
Minnekepoes lag zachtjes te ronken op de zetel.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.