Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    kantje, 't ~
    (begrip)

    ‘t kantje is (was?) een Antwerps volkskwartier waar het er grof aan toe ging, waar verfijnde manieren zelden te vinden waren en waar men Antwerps op de platst mogelijke manier sprak.
    Van iemand met soortgelijke persoonlijkheid werd gezegd:
    ’die is van ’t kantje’

    Het populaire “plat” Antwerps is een spraak die ontbloeide in de arme volksbuurten van de stad eind 19de tot eind 20ste eeuw voordat het gekuist Vlaams er wortel schoot.
    ‘t kantje is eigenlijk een generische naam voor verschillende kwartieren zowat als volgt verspreid:
    - St Andrieskwartier, ttz. Antwerpen Zuid (’t soat)
    - Zakstraat-Zirkstraat-Veemart (denk aan Zaziko Basketbal ploeg die daar ontstond)
    - het faboert < Frans: faubourg = voorstad; ongeveer tussen de Lange Stuivenbergstraat en de Halenstraat
    - de Burggracht & Schipperskwartier (het vroegere red-light district)
    - de Seefhoek
    Bij mijn weten maakte ‘t Eilandje er niet deel van uit.
    Wat zij gemeen hadden was het sappige maar ook ruwe ’plat’ Antwerps dat, wanneer ongetemperd gesproken men verdacht dat ge van ’t kantje was.
    Er zijn zeker boeken geschreven over deze periode. Mijn uitleg is gebaseerd op wat hier en daar mijn ouders en grootouders vertelden.

    Seg, kun de ni wa beleefder zijn, gij ze toch ni van ’t kantsje zeker?

    “Ik zen maar ne joenge van ’t kantje
    het schoolplak da was mijn Keyserlei
    Ik zen maar ne joenge van ’t kantje
    ’t Stuivenberplein da was van mij.
    Ik zen verhuisd, maar één dink meude weten
    het Faboert da kan ik ni vergeten.
    Ik zen ni rijk en chichi laat mij koud
    maar voor mij was de Seefhoek ne kloemp goud.” Stafke Fabri

    Regio Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 05 Jan 2012 13:53
    5 reactie(s)

    verbasterdeerd

    verbasterd

    ww. verbasterderen
    zn. verbasterdering (v. -en)

    Van Dale 2005:
    verbasterderen
    overgank. en onovergank. werkw.; verbasterdeerde; h. en is verbasterdeerd
    (weinig gebruikt) zie verbasteren

    Das geene rashond hè dien is helemol “verbasterdeerd”.

    Regio Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 05 Jan 2012 13:16
    1 reactie(s)

    gelwe

    1. gelwe: geel(kleur), ook gilwe
    2. Gelwe: het dorp Geluwe

    1. Ik kocht me een nieuwe pull, gelwe van kleur.
    2. Mijn nieuwe buurman is van geboorte van Gelwe.

    Regio Leiestreek
    Bewerking door de Bon op 05 Jan 2012 12:53
    0 reactie(s)

    ienigte
    (onbep. vnw.)

    Enkele, niet veel

    Ge rijdt rechtdoor tot ge ienigte bomekes ziet staan en daar is ’t.

    Ze hadden daar precies meer volk verwacht maar er zijn maar ienigte mensen op afgekomen.

    Regio Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 05 Jan 2012 12:34
    1 reactie(s)

    zjambaar
    (de ~ (m.), ~s)

    deugniet

    zie sjarel, sloeber, bitskommer, kastaar, treze, kapoen

    Dieje kleine is precies ne zjambaar.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 05 Jan 2012 12:33
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.