Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
in zijn botten slagen, opeten, verorberen
zie ook kas en botten, in zijn ~ slaan
SN: wegwerken, naar binnen werken, achteroverslaan (bij bier)
Wat die allemaal in zijn kas slaagt dat is ongelooflijk: een groot pak friet, ne cervela, dubbel portie stoofvlees, een kwak mayonaise er op…
zich verheugen, meestal in de tegenslag van iemand die iets misdaan heeft of iemand waar men ruzie mee heeft
Dat is in mijn botten! Hij, met zijn pesten altijd, nu heeft hij van hetzelfste laken een broek! Just goe! Nah!
iets zeggen waar men niets van weet of van kent, of dat men verzint
Die slaagt maar iets uit zijn botten: hij was er niet bij en heeft niet gezien hoe het gebeurde!
veel eten
hier heeft botten de betekenis van ‘beenderen’, dat staat voor heel het lichaam
Die kleine kan nogal wat in zijn botten slagen, daar zoudt ge van verschieten!
dom, onhandig iemand
ook in Hageland, Vlaams Brabant
in Antwerpen: scheldwoord voor onnozelaar, scharminkel
Leuven: matteko
WNT:
“Modern lemma: marteko
ook wel martiko, znw. m.
In Z.-N. een naam voor den aap, en zooals De Bo (1873) opmerkt, bepaaldelijk voor het jong van den aap. Mocht men dus denken aan een diminutief, dan moet men wel vragen of Marteko een verkl. zou kunnen zijn van Martijn (bij Kiliaan (1588) ook Marte), vanouds een naam van den aap (…) maar een vorm martico is in het Fransch niet aangewezen.”
Marticot bestaat niet in het Frans, maar wel in het Waals waar het makaak (Macaca) betekent (Waalse wikipedia).
Als ge drie keer zout op de patatten doet, zijt ge toch wel nen echten metteko!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.