Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
boulevard, aangelegd op gesloopte vesten (= vesting, stadswal)
Tussen de Antwerpse straatnamen komt ge nog heel wat vesten, ruien en vlieten tegen: Lombardenvest, Brouwersvliet, Steenhouwersvest, St.Katelijnevest, Sint-Jansvliet, Suikerrui, Kaasrui, Koolvliet, Jezuïetenrui, Minderbroedersrui.
colbert
Voor mijn werk was het iedere dag met vest en plastron.
Mijn vest, ik heb ze aan de kapstok gehangen.
verkeersreglement
< leenvertaling uit Fr. ‘code de la route’
piemel
ww. flieteren = plassen
Manneke Pis heeft het bekendste flieterke van België.
in de week, d.i. niet op zondag; (bn.) voor in de week, d.i. om te werken (eigenlijk “´s werkdags”)
Swerdes ès de joeng op kot èn Liëve. (In de week verblijft de zoon op kot in Leuven)
Doet z´n swerdese kleer mer aon vér te gon sjotte! (d.i. met je zondagse kleren aan ga je niet voetballen!)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.