Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
kalf, (fig.) dommerik
e moetteke: kalfje
vnl. in de uitdr. “moettekes zitte èn de stal” (zegt men tegen een kind dat iets “moet” hebben)
vgl. metteke- (mettekensknieën)
zie ook meutte
Wao ne moette! (wat een stommeling)
In de jaren 60 werd een radio- of televisietoestel ook een ‘post’ genoemd.
Die radio van hem is wel al wa d’auwer maar het is toch altijd ne goeie post gewest.
Die vrouw deelt gele stiften uit!
Werd vroeger (jaren 70) in het uitgangsleven van Antwerpen gezegd van een vrouw waarvan geweten was dat ze een venerische ziekte had.
Lot da mokke vallen joeng, want die deelt geel stiften uit!
Speciaal soort borstel (lijkt op een keerborstel maar bijna bolvormig) met erg lange houten steel om “stofnettekes” en spinnewebben weg te nemen op plaatsen waar men anders zonder ladder niet bij kan.
zie ook kobbejager
Na moet’te is proberen de dag van vandaag nog ergens ne kopjager te kopen sè.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.