Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
gammel, krammikig, krammikkelig, kramakkel (acht)(ig)
ook van een persoon of dier: sukkelend, moeizaam, onstabiel
WNT:
Kramakkelijk, (Vl.-Belgiƫ) sukkelend, gebrekkig, gammel.
“Als hij thuis kwam moest hij zijn moeder helpen, die meer en meer kramakkelijk werd”. De Meyere R. Schavak (1909).
Die stoel was zo krammakkelijk dat ik er niet op dierf gaan zitten.
bijna
< (Mnl.) bi + cant (+ s)
Leiestreek biekan
Antw. bekan
Antw. Kempen. bekant
bijkanst
We zijn er bijkans.
Hij weegt bijkans 150 kilo.
uitdrukking: Bijkans doet altijd mee in de koers, maar heeft nog nooit gewonnen.
bijkans, bijna
Ik was bekan van den trap gevallen.
Karel weegt bekan 100 kilo.
een schatje; ook filouke
verkleinw. van filoe > Fr. filou
Zo’n lieve poes, het is een echt filoeke.
kindervloek
zie sapperlipopetten
soms ook: sapperdepipopetten, sapperdepitjes
Maar sapperdelipopetten, dat moogt ge niet doen!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.