Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
< Frans dépôt
1. stelplaats zie aldaar
2. stapelplaats, pakhuis (bv. Felix ~), loskade of -plaats
vgl. entrepot (AN)
“Allee, dan rijden we eerst naar den diepoo om te lossen.” (gehoord uit de mond van een vrachtwagen-chauffeur, die een oude verwarmingsketel had opgeladen uit de kelder van een gebuur).
de kluts kwijt zijn, niet meer weten waar men moet beginnen doordat het te druk is
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Niet weten waar zijn kop staat, overrompeld door wat er gebeurt niet meer kunnen nadenken of beslissen, nerveus worden e.d. Gewestelijk in Vlaams-België.
“Tegen eind deze maand moeten we uit ons oud huisje, want het is verkocht.
Ik moet nog zoveel inpakken en weet niet waar mijn kop staat bij momenten.” (9maand.be 30 jun. 2006)
“Ik, zegt zijn moe, ik wroet me stijfdood, ik trek het vel van onder mijn nagels, ik weet niet waar mijn kop staat, en verdrinkt gij het maar, het geld, het groeit toch op onzen rug.” (Louis Paul Boon)
“druk hebben
Iemand die overloopt van het werk, zodat hij er enigszins door in verwarring geraakt, zal misschien half-wanhopig zijn situatie boetseren met de uitroep: “Ik weet niet waar mijn kop staat!”" (www.cubra.nl/tilburgsdialect)
afzien
Ie eit me zinne vélo ip de Kemmle geréen, moa ‘t latste stik it’n vrei getjoold!
(Hij heeft met zijn velo op de Kemmelberg gereden, maar het laatste stuk heeft hij wreed afgezien).
West-Vlaams grapje:
- Weet je gie wuk da tjolen is?
- A baneink!
- Awel, da’s poepen met ne slap’n!!
> zie ook andere betekenis van tjolen
rondzwerven, dolen, zwerven, doelloos verplaatsen
zn. tjoolder
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Voortgaan zonder dat men weet waar men terecht zal komen; soms met de bepaalde bijgedachte aan een trekken van plaats tot plaats, en dan zooveel als: zwerven. Alleen in Vlaanderen in gebruik.
zie ook rondtjolen, tsjooln
Hij tjoolt door de straat, moederziel alleen.
“Sedertdien was ‘t een oneindig tjolen geweest van de eene hofsteê naar d’andere …, achter werk”, Streuvels (1899)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.