Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
1) zij
2) zie: eerder platvloers
1): Ge wit wel, de dee van de Russische pony in tijde…
2): Tes zie dee da gedaan heeft. (Zij is het, die dat gedaan heeft.)
die
m.: den dieë of den dieën (voor een klinker)
v.: de die
meerv.: de die
zie ook de dee, den deze, de dees
- Wie is Paul?
- Den dieë daar, met zijn carreauwen hemd.
De die heeft het gedaan, ik heb het gezien.
Voor de die, die te laat kwamen, zal ik het nog eens zeggen.
die
m.: den dieë of den dieën (voor een klinker)
v.: de die
meerv.: de die
zie ook de dee, den deze, de dees
- Wie is Paul?
- Den dieë daar, met zijn carreauwen hemd.
De die heeft het gedaan, ik heb het gezien.
Voor de die, die te laat kwamen, zal ik het nog eens zeggen.
monddood maken, op een zijspoor zetten, uitschakelen
De tegenpartij is bezig om ons met hetzes koud te stellen.
monddood maken, op een zijspoor zetten, uitschakelen
De tegenpartij is bezig om ons met hetzes koud te stellen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.