Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
1) het beste, iets wat helemaal aan de verwachting voldoet
2) in het centrum van de belangstelling (willen) staan
1) “’t Strand van Sint-Anneke
voor mij is da ’t manneke
daar kan niks of niemand ni aan.” De Strangers
2) Met zijn plechtige communie was hij ’t manneke natuurlijk. Hij kon niet genoeg krijgen van al die aandacht, en vooral niet van de cadeaukes.
Hij dacht dat hij ’t manneke was met zijn schoon kostuum achter het stuur van zijne porsche. Maar hij sloeg bleek uit toen er ne ferrari naast hem kwam parkeren.
een houvast aan iets hebben
Ik heb al dikwijls de bijbel gelezen, maar ik heb er geen pak aan.
ee houvast aan iets hebben
Ik heb al dikwijls de bijbel gelezen, maar ik heb er geen pak aan.
kerel, manspersoon
ook als aanspreking
Van Dale: 4 (informeel) persoon
WNT: gast: verkl. gastje, in de volkstaal gasje
Die gast moet niet denken dat hem het manneke is (manneke, het ~ zijn). Anders maken we hem een koppeke kleiner (fig.). We zullen hem eens mores leren.
Zeg gast, ’t zal al wel genoeg geweest zijn zeker?
Hela gasje, rustig aan hé! (gastje)
kerel, manspersoon
ook als aanspreking
Van Dale: 4 (informeel) persoon
Die gast moet niet denken dat hem het manneke is (manneke, het ~ zijn). Anders maken we hem een koppeke kleiner (fig.). We zullen hem eens mores leren.
Zeg gast, ’t zal al wel genoeg geweest zijn zeker?
Hela gasje, rustig aan hé! (gastje)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.