Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
soepvlees
uitspraakvarianten: boelie, boullie
Bouillie klaar te maken: het vlees is een stuk uit de hals van het rund dat wordt platgekookt om een krachtige bouillon te maken.
Koude bouilliesalade op de boterham is heerlijk.
soepvlees, groot stuk vlees dat suddert in de soep
zie ook boelie
Den boullie kan men achteraf koud eten, met mayonaise, anders is het nogal droog.
soepvlees, groot stuk vlees dat suddert in de soep
zie ook boeli
Den boullie kan men achteraf koud eten, met mayonaise, anders is het nogal droog.
Brom, broem, broes, broesem, broemsel.
Dik, vuil schuim.
Term die gebruikt werd bij het bierbrouwen en bij het maken van een bouillon.
WNT: oudtijds ook BREM en, gewestelijk nog,
BROEM, znw. m.; zonder mv.
Een woord voor: Schuim, welks afkomst onbekend is.
“Den broem van de soep afscheppen”. Cornelissen (1899)
< In de prov. Antwerpen is broem, brom ook, als vr. woord, bekend voor: bekaamsel, laag schimmel op bier, wijn enz. (Cornelissen)
Als ge ne goeie bouillon wilt maken, dan gebruikt ge best soepvlees, boullie of mergpijpen. Na een tijdje koken verschijnt er echter brom of een vies witgrijs schuim bovenaan in de pot. Die moet ge dan afscheppen met een schuimspaan, want anders ziet uw soep er gekabbeld (kabbelen) uit. Vies !
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.