Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
1) naar buiten sjotten (letterlijk)
2) iets of iemand uit huis zetten
3) iemand ontslaan
vgl: buitengooien, buitensmijten, buitenvliegen, buitenkippen, buitenwippen, buitendragen, buitenzwieren
zie ook buiten~
1) Sjot die bal buiten, dat is niet voor binnen om mee te spelen.
2) Als ge nu niet stil gaat zitten, sjot ik u seffens buiten. Dan kunt ge daar gaan spelen.
3) Ze hebben hem op zijn werk buitengesjot. Hij had voor maar liefst zevenduizend euro uit het magazijn gepikt.
1) naar buiten kippen (letterlijk)
2) iets of iemand uit huis zetten
3) iemand ontslaan
vgl: buitengooien, buitensmijten, buitenvliegen, buitensjotten, buitenwippen, buitendragen, buitenzwieren
zie ook buiten~
1) Ze heeft het zeepsop buitengekipt onder de haag.
2) Ze was die leugens en die bedriegerij van hare vent zo kotsmuug dat ze heeft hem heeft buitengekipt met zijn begeuze.
3) De Jean hebben ze na 35 jaar dienst buitengekipt.
1) de bons krijgen, ontslagen worden
2) uit huis gezet worden, verwijderd worden
vgl: buitengooien, buitensmijten, buitenkippen, buitensjotten, buitenwippen, buitendragen, buitenzwieren
zie ook buiten~
1) Ge doet wat ik zeg, of nee ge vliegt buiten! Hebt ge dat goed gehoord?
1) Bondscoach en zes spelers vliegen buiten.
2) Al die oude kleren vliegen buiten, se. Geeft eens ne grote zwarte plastieken zak…
1) iets naar buiten gooien
2) iemand buiten zetten
3) ontslaan
vgl: buitengooien, buitenvliegen, buitenkippen, buitensjotten, buitenwippen, buitendragen, buitenzwieren
zie ook buiten~
VD2013 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal
1) Hij smeet een sigarettenpeuk door zijn raam naar buiten en kreeg een gas-boete.
2) Ze heeft hare vent buitengesmeten.
3) Hij is buitengesmeten op zijn werk. ’t Schijnt dat hij zowat elken dag te laat kwam.
1) naar buiten gooien (letterlijk)
2) iets of iemand uit huis zetten
3) iemand ontslaan
vgl: buitensmijten, buitenvliegen, buitenkippen, buitensjotten, buitenwippen, buitendragen, buitenzwieren
zie ook buiten~
VD2015 online: Belgisch-Nederlands
1) Gooit dat beetje zand maar door ’t raam buiten…
2) Wordt dat eens geen tijd dat ge die rommel buitengooit?
2) Eerst is hij in De Kroon buitengegooid, dan in ’t Hoekske en dan heeft de politie hem opgepakt wegens openbare dronkenschap. Zat dat die mens was…
3) Ze hebben de Jean op ’t werk buitengegooid en nu staat hij aan den dop.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.