Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door fansy

    plekker
    (de ~ (m.), ~s)

    pleister, kleefverband
    Antw. stad: plakker
    Antw. Kempen: plekker en plakker

    Die wonde is te groot voor ne plekker. Da’ moet genaaid worden.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 06 Mar 2016 02:57
    3 reactie(s)

    plekker
    (de ~, (m.), ~s)

    iemand die blijft plakken, niet naar huis gaat, blijft plakken aan de toog,bij de buren, met de klink van de deur in de hand het maar blijft uitleggen!

    zie ook plakplaaster, hangplaaster, plakken

    Nooit niet op tijd thuis, ge zijt nen echte plekker.
    (Nooit op tijd thuis, je bent een echte plekker.)

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 06 Mar 2016 02:56
    1 reactie(s)

    hangplaaster
    (de ~, ~ vrouw. zelfst. nw.)

    iemand die altijd blijft hangen en nooit op tijd weg geraakt

    zie ook plekker, plakplaaster

    Onze va was een echte hangplaaster, het duurde soms uren eer hij terug was van de winkel want hij bleef altijd overal plakken.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 06 Mar 2016 02:54
    0 reactie(s)

    plakken
    (ww. plakte, geplakt)

    1. iets kleven met lijm of plakband, alsook behangen
    VD: met een kleefstof op iets anders bevestigen; behang op de muur plakken

    2. blijven plakken, ergens langer blijven dan voorzien
    VD: (figuurlijk) (m.n. van bezoekers) ergens blijven plakken, er langer blijven dan de bedoeling was

    zie plekken

    1. We moeten de slaapkamer nog plakken.

    2. We zijn blijven plakken, het was 2 uur toen we thuis waren!

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 06 Mar 2016 02:54
    2 reactie(s)

    versjangelére
    (ww. versjangeleerde, versjangeleerd)

    iets slordig behandelen zodat het kapot gaat
    NL: verhobbezakken

    zie ook: verrenneweren

    Dien boks is gans versjangeleerd.
    Uw broek is helemaal kapot.

    Mèt ravotte versjangeleerste dien kleier.
    Met ravotten verslijt je je kleren.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 05 Mar 2016 02:29
    2 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.