Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
biefstuk
contaminatie van beef-steak en boeuf?
Kempen: bufsteek
MNW: stec, stek, steak
Waarschijnlijk heeft er in het Mnl. een woord bestaan, identisch met eng. steak; meng. steike, runderlapje, varkenslapje”; ook in beefsteak en rumpsteak, “lendenstuk”. Het woord is in het Ndl. in “biefstuk” van vorm veranderd (evenals de uitdr. “voet bij stek houden” is geworden “voet bij stuk houden”), maar komt van steken, aan een pin of spit, om te braden (Skeat op steak). In rebstec.
Als ge veertien dagen naar de vremde op verlof geweest zijt, is bufstek friet het eerste dat ne mens wilt eten als em thuiskomt.
dat is erg, ongelooflijk (gezegd na verrassend, meestal schokkend nieuws)
grondvorm: tabak
in zeer veel dialecten toebak
Wordt dieje crimineel nu al vrijgelaten? Dat is straffe toebak.
sarcastische opmerking wanneer iemand – eventueel de spreker – een stommiteit uithaalt
ook in Limburg en Vlaams-Brabant (zie reactie)
niet in Oost- en West-Vlaanderen
Ja, ik had het weer andersom geschreven dan de bedoeling was. Ge weet het, lomp is ook vis, maar de kop deugt niet.
Zoals mijn vader ooit zei: “Lomp is ook vis, maar de kop deugt niet” (seniorennet.be)
chargebuzze is de uitlaat van een motorfiets
charge + buis
zie ook chappement
uitspraak: sjarzjebuzze
Vlaamse Ardennen: sarzebuize
Me chargebuzze is weer kapot, ’k zal mijn brommer moeten thuislaten.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
