Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
- algemeen Vlaams voor confituur
- origineel: gelei is gemaakt van het uitgelekt vruchtensap, van lek, zonder stukjes fruit, confituur of marmelade is gemaakt met stukjes fruit
vgl zjelap
< Fr.: gelée
Hij heeft liever choco dan gelei op zijn bokes.
aarde, zand, grond
verzamelnaam, stofnaam
uitspraak: /jèr/
/ja:rt/ > Antw. variant
Wat zit gij daar in ’t jeir te spelen; ge zijt zo smerig als wat.
- morsig, smosserig, gesmos, het smossen
- iemand die veel smost
De straat lag er maar smosachtig bij met al dat slijk en die regen.
Elke marktdag ligt de met er efkes smosachtig bij.
Wat een smosachtig type is me dat. Die kent precies genne (ginne, giene, genne) vuilbak.
Ge moet niet smosachtig met geld omgaan. Ge zult ze nog hard nodig hebben.
- morsig, smosachtig, gesmos, het smossen
- iemand die veel smost
Een smosserig jobke is een pot, vaas e.d., maken uit klei en water, al of niet op de draaischijf.
Ge zijt zo smosserig vandaag, ge kuist niets direct op (opkuisen). Dat zijn we van u niet gewoon.
Dat is wel smosserig he, zoveel geld uitgeven aan prullen die ge binnen een maand toch gaat wegdoen omdat gij ze dan niet meer schoon vindt. Ik ken u.
- morsig, smosserig, gesmos, het smossen
- iemand die veel smost
De straat lag er maar smosachtig bij met al dat slijk en die regen.
Elke marktdag ligt de met er efkes smosachtig bij.
Wat een smosachtig type is me dat. Die kent precies gene vuilbak.
Ge moet niet smosachtig met geld omgaan. Ge zult ze nog hard nodig hebben.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
