Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
wastafel
< lat., fr., eng., du., lavabo
VD2014 online: Belgisch-Nederlands, niet algemeen
WNT: Lavabo … blaadje met kannetje en vingerdoek, daarbij (bij de handwassching) gebruikt, verschueren (1961).
In onze badkamer is een bad, een WC en twee lavabo’s.
" Toen hij op een keer dronken thuiskwam, heeft hij in de lavabo geplast. (in België, status onduidelijk)" Taaladvies.net
mep, slag
vgl. paté
ook in Antw.: pe.taat
WNT: Slag, oorveeg. In Z.-Nederl. en Zeeland
- Een patat krijgen, de bo (1873).
- Iemand eenen patat draaien, de bo (1873).
- Iemand ‘ne’ pataat om zijn ooren geven, corn.-vervl.
Als je niet braaf bent, zal ik je een patat tegen je oren geven.
Bij die vechtpartij heeft hij een ferme patat op zijn oog gekregen.
Die botsing gehoord? Dat was een serieuze (serieus) patat, ze!
gaten in uw kousen hebben, met kapotte kousen rondlopen
WNT: De patatten komen uit, of: hij verkoopt patatten, hij heeft gaten in de kousen, joos (1900-1904) (ook corn.-vervl.).
Patrick, uw patatten komen uit. Ge hebt een gat in uw rechter kous.
een knappe bol hebben, slim zijn
WNT: Meer kunnen als patatten eten, zeer slim zijn, rutten (1890).
De Leo, hij ziet er misschien niet zo uit maar hij kan wel wat meer dan patatten eten alleen.
niets waard zijn, niet deugen
WNT: Geen patat weerd zijn, niet deugen, rutten (1890)
Is dat een gouden ring? Dat is kammelot, da’s zelfs nog gene patat waard.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
