Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door fansy

    patat, geen ~ waard zijn
    (uitdr.)

    niets waard zijn, niet deugen

    WNT: Geen patat weerd zijn, niet deugen, rutten (1890)

    Is dat een gouden ring? Dat is kammelot, da’s zelfs nog gene (ginne, giene, gene) patat waard.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 09 Nov 2014 23:04
    0 reactie(s)

    patat, zo zat als een ~
    (uitdr.)

    veel te zat

    vgl. honderdduizend, zo zat als ~ man
    zie varianten bij potdicht

    WNT: Zoo zat als een patat, ten volle dronken, joos (1900-1904) (vandaar ook: patat zijn, dronken zijn, de bo (1873)).

    Ik ben zo zat als een patat! Die 5 laatste trappisten waren er te veel aan!

    Drie uur na datum kwam em binnen, zo zat als ne patat!

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 09 Nov 2014 23:00
    0 reactie(s)

    patappel
    (de ~ (m.), ~s)

    aardappel

    zie ook patat

    WNT: Door samensmelting van patatter en aardappel ontstond de samenst. patappel, die hier en daar in Z.-Nederl. voorkomt (corn.-vervl. 1960; paque 285).
    ’k Kan der gemakkelijk patappelen in planten, Ons Volkslev. 2, 100.

    Vanavond komen er gekookte patappelen op tafel.

    Regio Leiestreek
    Bewerking door fansy op 09 Nov 2014 22:55
    0 reactie(s)

    petatjes
    (de ~ (mv.))

    groentepap

    andere soorten:
    nieuw petatjes
    gebakken petatjes
    koude petatjes

    zie ook erappel, erpel, patat, patat, zo zat als een ~, petater, petet, taat

    De Nederlandse madam trok nogal ogen als ze hoorde dat baby’s hier alle dagen petatjes eten.

    Regio Antwerpen
    Bewerking door fansy op 09 Nov 2014 22:52
    0 reactie(s)

    patapoef
    (de ~ (v.), -fen)

    een dik, te mollig kind (vr.),
    een te dikke vrouw

    < Fr.: patapouf : kruising van pataud en pouf: gros homme respirant à peine (littré).

    WNT: znw. vr., mv. ongewoon.
    Een dik, log vrouwspersoon. Naar het schijnt niet of zelden van een man gezegd.
    - Een dikke patapoef. poëem WNT
    - ’En paddepoef van e wijf, corn.-vervl.

    Die patapoef komt overal te laat. Erg toch, als ge als kind al zo dik en zwaar zijt.

    Daar hebt ge die patapoef weer. Ze commandeert wat rond en zelf zit ze een hele dag op haar kont. En maar pateekes snoepen.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 09 Nov 2014 22:48
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.