Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
stotteren, niet uit de woorden geraken
zie ook hakkelaar, nahakkelen, hakkeling
VD2014 online: gewestelijk
MNW: hackelen: hakkelen, stotteren, stamelen, niet uit zijne woorden kunnen komen Kil.
WNT: Gewestelijk
Hij begon van schrik te hakkelen.
hakkelend, brabbelend naspreken
zie ook achternahakkelen
niet in VD
WNT: Nahakkelen, hakkelend naspreken (”wat nagehakkeld fransch”, de laet, Vl. Zaak, 45)
- Jeannine sprak met haar mond vol boterhammen: “moemogge oem mevemuur moesoen…”
- “Wat? Moemogge oem mevemuur moesoen…” hakkelde Jean haar na. “Zegt dat nu es terug maar met ne lege mond”.
- “Moet morgen oem zeven uur opstaan…”
zie nahakkelen
In het treinstation bestelde een man tiketten voor hem en zijn vrouw: two too Toulouse
De bediende dacht dat de man stotterde en hakkelde de woorden achterna: toe toe toeloes
1) verwarring
2) stottering
3) kleine gehakkelde reststukken
zie hakkelen
niet in VD
WNT:
- Verwarring, verwardheid.
Hackelinghe ende werringhe. Difficultates, res intricatae.
- Van de spraak, hapering, stottering,
Hackelinghe der tonghen. Haesitatio, haesitantia linguae, kil. 1588
1) In het ziekenhuis is er een hakkeling ontstaan met 2 patiënten omdat ze dezelfde naam hadden.
2) Na het accident is hij in shock geraakt. Dat was te merken aan de hakkeling in zijn woorden.
3) Met de hakkelingskes van het hout kunt ge gemakkelijk de stoof of de barbecue aansteken.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.