Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
voetpad, ook plansier, trottoir
WNT: Uit oudfrans planchier, fr. plancher, met wijziging van ch in k onder invloed van plank, of uit een picardischen vorm met k.
De met steenen geplaveide zoom of stoep langs het huis of den stal. Vandaar in Z.-Nederl. ook als naam voor het verhoogde voetpad dat langs de huizen aangelegd is voor de voetgangers; trottoir.
De plankieren in de stad dienen tot voetpad aan de voetgangers, de bo 1873.
MNW: In het tgw. Wvlaamsch beteekenen plankier, plankies, plankiet niet meer een houten vloer, maar een smalle steenen straat, nl. “een trottoir” (De Bo 867; Schuermans 487).
Tegenwoordig rijden er meer fietsers op het plankier dan op de baan.
Moeilijk kunnen gaan.
Sedert dat ongeval, is hij flauw te pote. (De Bouck, 18 jun 2014)
portie, een handvol
Antwerpse Kempen: spoose, pause
West-Vlaanderen: pote
Leuven: puise
Regio Kust: poosje
Mijn vader heeft een eigen moestuin, dus krijg ik regelmatig het aanbod of ik een pose boontjes of een pose prei mee wil hebben.
handvol, een portie, een hoop, een hoeveelheid
Zwarte piet stond daar met een pote karamels voor de schooljongens.
hier, een pote spekken en zwijg (vanoverberghe, 22 okt 2014)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.