Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
- gebakje, taartje, dim. pateeke
- kaka
Deze namiddag koffie met pateetjes!
Amai, nogal ne patee in de luier van Emma! Nogal een pateetje in de baby zijn luier = vaste stoelgang in de luier
das eh pateike (Brussels, bestman, 10 okt 2014)
gebakje, taartje
dim. pateeke
nogal een pateetje in de baby zijn luier = vaste stoelgang in de luier
Deze namiddag koffie met pateetjes!
Amai, nogal ne patee in de luier van Emma!
das eh pateike (Brussels, bestman, 10 okt 2014)
- taart, pateeke
- vleesgerecht (leverpatee)
- iemand die alles verkeerd doet
Hij kreeg een grote patee voor zijn verjaardag.
De beenhouwer maakt lekkere patee.
Is me dat een patee die Charel!
das eh pateike (Brussels, bestman, 10 okt 2014)
gebakje, taartje
dim. pateeke
nogal een pateetje in de baby zijn luier = vaste stoelgang in de luier
Deze namiddag koffie met pateetjes!
Amai, nogal ne patee in de luier van Emma!
das eh pateike (Brussels, bestman, 10 okt 2014)
aanspreking (schertsend): persoon die het bont maakt, die iets uitsteekt, kadee, ne schone, …
uitspraak; patteeke
ook eventueel: patee
Dikwijls in de semi-vaste verbinding ‘nogal een pateke’
Gij zijt nogal een pateke, gij. Ik stuur u naar de bakker voor een brood en ge komt met bufstek thuis.
De Jean is nogal een pateke zenne, wat dat em nu weer uitgestoken heeft met zijn Gerda.
Gij se patee, wat doet ge nu weer? De wc-rollen in de ijskast?
das eh pateike (Brussels, bestman, 10 okt 2014)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.